e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

Gevonden: 6515
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
chrysant chrysant: chrisante (Schimmert), krisant (Schimmert), katrienebloem: Catheriene blome (Schimmert) Chrysant (chrysanthenum frutescens) (chrysant, sinte katherienebloem, winteraster, allerheiligenbloem).(Chrysanthenum indicum L.) [N 73 (1975)], [N 92 (1982)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende potplanten en snijbloemen voor de koude kas: chysanthenum morifolium of indicum als snijbloem [N 73 (1975)] III-2-1
ciborie ciborie (<lat.): ciborie (Schimmert), kelk: kèlk (Schimmert) Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)] III-3-3
cichorei cichorei: cichorei (Schimmert, ... ), sokkerij: soukərĭĕ (Schimmert), sōkkerij (Schimmert), suikerij: soekerē (Schimmert), soukərĭĕ (Schimmert), sōkkerij (Schimmert), (De oe kort).  soekerei (Schimmert) cichorei [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)] I-7, III-2-3
circus circus: circus (Schimmert), cirque (fr.): sirk (Schimmert, ... ) Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)] III-3-2
cirkel, kring cirkel: cirkel (Schimmert), kring: krink (Schimmert, ... ), ring: eine rink (Schimmert), rink (Schimmert, ... ) cirkel [SGV (1914)] || de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)] || kring [SGV (1914)] III-4-4
cirkelvormig raam uilelok: ylǝllǭk (Schimmert) Een raam in de vorm van een cirkel, meestal aan de stallen. Vanwege de ronde vorm kunnen de benamingen gelijk zijn aan die voor (onbeglaasde) ventilatie-openingen in de muur of in het dak (zie het lemma "rond gat boven in de schuurgevel", 4.2.11). De meeste benamingen betreffen de vorm, sommige ook de functie (belichting en beluchting). [N 4, 52; N 4A, 38b] I-6
ciseleerbeitel ritsbeitel: rets˱bęjtǝl (Schimmert) Kleine, spitse beitel, waarbij het uiteinde van het blad vaak licht gebogen is. De beitel wordt gebruikt om inscripties in metalen voorwerpen aan te brengen. [N 66, 38c; N 33, 120] II-11
citroenmelisse melisse: WLD  méllis (Schimmert) Citroenmelisse (melissa officinalis de sterk naar citroen geurende blaadjes van deze plan gebruikt men in soepen, sausen en bij de inmaak van diverse artikelen, o.a. haring en paling (citroenkruid, averiet, averoen, melisse). [N 82 (1981)] I-7
citroenvlinder pepel: eine pepel (Schimmert), WLD  ĕnné peepel (Schimmert) Hoe noemt u de vlinder waarvan bij het mannetje de vleugels citroengeel zijn en bij het wijfje witachtig groen met een oranje middelpunt (citroentje) [N 83 (1981)] III-4-2
cocon cocon: cocon (Schimmert), pop: pop (Schimmert), WLD  de pôp (Schimmert), in pôppe (Schimmert), pôp (Schimmert) Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)] III-4-2