e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

Gevonden: 6515
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
communie-examen communie (<lat.) oefenen: kemuune oefene (Schimmert) Het communie-examen. [N 96D (1989)] III-3-3
communie-uitdeling communie (<lat.) uitreiken: kommunie oetrèèke (Schimmert) Communie-uitdeling, communie-uitreiking buiten de mis (b.v. zondagmorgen een (half) uur vóór de vroegmis). [N 96B (1989)] III-3-3
communiebank communiebank: commùnebank (Schimmert) De balustrade aan de voet van het priesterkoor, waaraan de gelovigen de communie ontvangen [communiebank?]. [N 96A (1989)] III-3-3
communieblaadje communieklokje: kemuneklükske (Schimmert) Het blaadje dat a.s. communikanten moesten lezen, communieklok-je [kómmelejoeënsklöksje]. [N 96D (1989)] III-3-3
communiebruidje bruidje: bruutsche (Schimmert) Een meisje in het wit dat de eerste H. Communie doet, bruidje [ingelche, wiesse kinger]. [N 96D (1989)] III-3-3
communiefeest communiefeest: t kemūūnefèès (Schimmert) Het communiefeest. [N 96D (1989)] III-3-3
communiegeschenk cadeautje (<fr.): cadeautje (Schimmert), souvenirtje (<fr.): souveniersje (Schimmert) Een communiegeschenk. [N 96D (1989)] III-3-3
communiejurkje communiekleedje: kemuunekledsche (Schimmert) Het communiejurkje, communiekleedje voor meisjes. [N 96D (1989)] III-3-3
communiekleed communiekleed: cummŭneklèèd (Schimmert) Het kleed, de doek daarover [communiekleed, communiedoek]. [N 96A (1989)] III-3-3
communiepaar communiepaar: kemunepaar (Schimmert) Een tweetal bij de H. Communie, communiepaar [kómmelejoe-nspaar]. [N 96D (1989)] III-3-3