23202 |
congregatie |
congregatie:
congergasje (Q098p Schimmert)
|
congregatie [SGV (1914)]
III-3-3
|
23891 |
congregatie van de heilige familie |
heilige familie:
de heilige femiele (Q098p Schimmert)
|
De congregatie van mannen (Aartsbroederschap der H. Familie). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23623 |
consecratie |
consecratie (<lat.):
consecratie (Q098p Schimmert)
|
De consecratie [wandloeng?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23646 |
consecratiekaars |
consecratiekaars:
consecratie-kèèrts (Q098p Schimmert)
|
De consecratiekaars. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
30088 |
contrefort |
steunpilaster:
štø̄npilastǝr (Q098p Schimmert)
|
Vooruitspringende steunbeer of schraagpijler om het muurwerk te verstevigen en om eventuele druk van de tegengestelde kant, bijvoorbeeld veroorzaakt door de aanwezigheid van gewelven, weerstand te bieden. Zie ook afb. 31. In L 271 kende men steunberen die recht, schuin en trapsgewijze waren uitgevoerd. [N 31, 49; monogr.]
II-9
|
33917 |
cornage |
cornard (adj., fr.):
kǫrnār (Q098p Schimmert)
|
Cornage of chronische dempigheid is kwaadaardiger dan dempigheid. Ze is ongeneeslijk. De doorstroming van de lucht wordt belemmerd door een vernauwing van het strottenhoofd, veroorzaakt door een verlamming van de zenuwen die de stembanden bedienen. De in- en uitademing gaat gepaard met een piepend geluid. [JG 1b; A 48A, 38b; N 8, 87 en 88; N 52, 24 en 25; monogr.]
I-9
|
23392 |
corpus |
corpus (lat.):
corpus (Q098p Schimmert)
|
Het corpus, de Christusfiguur van een kruisbeeld. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
28953 |
coupenaad, figuurnaad |
coupenaad:
kupnǭt (Q098p Schimmert)
|
Vormgevende naad. Naad die door de coupe bepaald wordt. [N 62, 19]
II-7
|
23433 |
credenstafel |
credenstafel:
credênstāofels (Q098p Schimmert)
|
De dientafel links en rechts op het priesterkoor, waarop de benodigdheden voor de Mis gereed gezet worden [credens(tafel)]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23620 |
credo |
credo (lat.):
credo (Q098p Schimmert)
|
De gebeden of gezongen geloofsbelijdenis, het Credo. [N 96B (1989)]
III-3-3
|