24003 |
gevormd worden |
gevormd worden:
gevormd wière (Q032p Schinnen),
gevurmd wiēēre (Q032p Schinnen),
gevörmp waere (Q032p Schinnen)
|
Gevormd worden, het Vormsel ontvangen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
32966 |
gewas |
gewas:
gǝwas (Q032p Schinnen)
|
Collectief voor hetgeen verbouwd of geteeld wordt op het veld. [L 1, a-m; S 20; monogr.]
I-4
|
21439 |
geweer |
geweer:
geweer (Q032p Schinnen),
gəwéér (Q032p Schinnen)
|
een draagbaar vuurwapen bestemd om door één persoon met twee handen bediend te worden, ongeveer 1 à 1 1/2 meter lang [geweer, bunkje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19381 |
gewelf |
gewelf:
gewelf (Q032p Schinnen),
gǝwɛlǝf (Q032p Schinnen),
gəwèlf (Q032p Schinnen),
zwerk:
sjweek (Q032p Schinnen)
|
Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] || Het gewelf [zwerk, verwulf, verwölf?]. [N 96A (1989)]
II-9, III-3-3
|
23377 |
gewelfschildering |
gewelfschildering:
gewelfsjildering (Q032p Schinnen),
muurschilderij:
moersjilderie (Q032p Schinnen),
muurschildering:
moersjildering (Q032p Schinnen),
n moersjildəriŋ (Q032p Schinnen)
|
Een gewelfschildering, muurschildering. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23987 |
geweten |
geweten:
geweite (Q032p Schinnen),
gewete (Q032p Schinnen),
gewiète (Q032p Schinnen)
|
Het geweten [et jewisse]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19264 |
gewillig |
gewillig:
gewillig (Q032p Schinnen)
|
graag bereid om iets te doen [gewillig, gemoeiig, geer] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33265 |
gewone spurrie |
spurrie:
špø̜̄r (Q032p Schinnen)
|
Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.]
I-5
|
17564 |
gewricht |
gewricht:
gevrich (Q032p Schinnen)
|
gewricht [SGV (1914)]
III-1-1
|
21771 |
gezegde |
gezegde:
tussen spreekwoord en gezegde bestaat in ¯t dialect geen verschil
gezegkde (Q032p Schinnen),
uitdrukking:
tussen spreekwoord en gezegde bestaat in ¯t dialect geen verschil (?)
oetdrökking (Q032p Schinnen)
|
Noem het (dialect)woord voor: een uiting zoals: "een vrolijke Frans", "met hart en ziel",...? [gezegde] [N 102 (1998)]
III-3-1
|