18236 |
halssnoer |
kraal:
kral (Q032p Schinnen),
kràl (Q032p Schinnen)
|
aan een snoer geregen kralen, parels, enz. als halssieraad [toer, snoer, ketting, karkant, collier] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
25225 |
halve maan, eerste kwartier |
eerste kwartier:
ëesjte kèrteer (Q032p Schinnen),
jong licht:
jonk leeg (Q032p Schinnen),
wassende maan:
wassende maan (Q032p Schinnen)
|
schijngestalte van de maan: eerste kwartier, halve maan [wassende maan, wassenaar] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25219 |
halve maan, laatste kwartier |
krimpende maan:
krumpəndə maon (Q032p Schinnen),
laatste kwartier:
leste kèrteer (Q032p Schinnen),
lètste kwarteer (Q032p Schinnen)
|
schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
23759 |
halve zondag |
halve zondag:
hauve zondig (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen),
vierdag:
vierdaag (Q032p Schinnen)
|
Een "halve zondag", een feestdag zonder mis, bijvoorbeeld Koninginnedag (planken zondag). [N 96C (1989)]
III-3-3
|
31129 |
halvezool |
halflap:
hawflap (Q032p Schinnen)
|
Nieuwe of extra zool onder de voorste helft van een schoen. [N 60, 233b; N 60, 232a]
II-10
|
18482 |
halvezool [wld ii.10, p. 60] |
halflap:
hauflap (Q032p Schinnen)
|
Een halve zool (halfzool, halflap?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
20820 |
ham, hesp |
schink:
sjenk (Q032p Schinnen)
|
ham [SGV (1914)]
III-2-3
|
23461 |
hamer van de klepklok |
trump:
t trump (Q032p Schinnen),
trumphamer:
de trumphamer (Q032p Schinnen)
|
De hamer van een klepklok [trumphamer?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
17659 |
hand |
hand:
handj (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen,
Q032p Schinnen),
hant (Q032p Schinnen),
henj (Q032p Schinnen)
|
hand [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] || handen [SGV (1914)]
III-1-1
|
21731 |
handboei |
boei:
boei (Q032p Schinnen),
handboei:
hand boei (Q032p Schinnen)
|
de boei waarmee handen geboeid worden [paternoster, handboei] [N 90 (1982)]
III-3-1
|