id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
20442 | in de doodskist leggen | kisten: kiesten (Schinnen), kistə (Schinnen) | een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 87 (1981)] III-2-2 |
30623 | in de rot zetten | rotten: rǫtǝ (Schinnen) | Pasgemaakte loodwitverf enige maanden laten staan. Wanneer loodwit met lijnolie tot een dik deeg wordt aangemengd, heeft er een verzepingsproces plaats, waardoor de verf fijner van korrel wordt en een dekkender verflaag oplevert. Dit gaat met een kleine temperatuursverhoging gepaard en is na een paar maanden geëindigd (Zwiers II, pag. 303). [N 67, 27a] II-9 |
18227 | in lompen gekleed | schabbig: sjebbig (Schinnen) | in lompen gekleed [haveloos, schabullig, schamel] [N 86 (1981)] III-1-3 |
20383 | in ondertrouw gaan | aantekenen: aanteikənə (Schinnen), aantèkenen (Schinnen) | aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaande echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 87 (1981)] III-2-2 |
20252 | in verwachting zijn | groot gaan: groat goan (Schinnen), grooët gooën (Schinnen) | Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 84 (1981)] III-2-2 |
18037 | indigestie (hebben) | overeten: euverète (Schinnen) | Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (muik, overetendheid). [N 84 (1981)] III-1-2 |
18812 | informeren (onoverg.) | navraag doen: naovraog doon (Schinnen), navragen: naovraogə (Schinnen) | inlichtingen inwinnen over iets [zich naar iets erkondigen] [N 85 (1981)] III-1-4 |
17982 | ingebeelde ziekte | hiep: Van Dale: hiep (II): ingebeelde ziekte. hiep (Schinnen) | Ingebeelde ziekte (niebekonter, iepreponder, hype). [N 84 (1981)] III-1-2 |
18849 | ingetogen | bedaard: bedaard (Schinnen), stemmig: sjtommig (Schinnen), stil: sjtil (Schinnen) | zich onthoudend van buitensporigheden of uitspattingen, niet opzichtig [stil, bedaard, stemmig, ingetogen] [N 85 (1981)] III-1-4 |
17701 | ingewanden | ingewanden: igewanje (Schinnen) | ingewanden [SGV (1914)] III-1-1 |