25064 |
oneven, niet door twee deelbaar |
omp:
òn (Q032p Schinnen)
|
niet door twee deelbaar, gezegd van een aantal [on, oneven, onk, omp] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
18975 |
onfatsoenlijk |
onfatsoenlijk:
onfatsoenlijk (Q032p Schinnen),
ongemanierd:
ongemanneerd (Q032p Schinnen),
vies:
vîês (Q032p Schinnen)
|
in strijd met het fantsoen, met de goede manieren [vies, onfatsoenlijk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18901 |
ongehoorzame jongen |
bengel:
bengel (Q032p Schinnen),
bèngəl (Q032p Schinnen),
lummel:
lumməl (Q032p Schinnen),
rammel:
rèmmel (Q032p Schinnen)
|
een ongehoorzame jongen [bengel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20382 |
ongehuwd samenleven |
hokken:
hokken (Q032p Schinnen)
|
samenleven van man en vrouw zonder dat ze met elkaar getrouwd zijn [meuken, jennen] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
23246 |
ongelovige |
ongelovige:
ongeluivige (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen),
óngeleuvige (Q032p Schinnen)
|
Een ongelovige, de ongelovigen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18821 |
ongelukkige |
arme hals:
ermen haus (Q032p Schinnen),
èrmə haus (Q032p Schinnen),
stakker:
sjtakker (Q032p Schinnen)
|
iemand die door het ongeluk is getroffen [stakkerd, duts] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25057 |
ongeordende hoeveelheid, chaos |
boel:
boel (Q032p Schinnen),
bôêl (Q032p Schinnen),
warwinkel:
warwinkel (Q032p Schinnen)
|
boel [SGV (1914)] || een min of meer ordeloze menigte al of niet bijeenhorende zaken [boel, boek, omboel, deel, vracht, schep, scheut, meuk, drommel] [N 91 (1982)] || een verwarde boel [hals, rommel, piëel, warwinkel, werzel, pan] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
17802 |
ongevoelig van de kou |
dood:
doad (Q032p Schinnen)
|
Ongevoelig worden van kou, gezegd van ledematen (killen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
23486 |
ongewijde aarde |
ongewijd kerkhof:
dn ongewiejde kirkəf (Q032p Schinnen),
verloren kerkhof:
t verloare kirkhof (Q032p Schinnen),
verloare kirkef (Q032p Schinnen)
|
Het deel van het kerkhof dat vroeger diende als begraafplaats a) voor ongedoopt gestorven kinderen, b) evt. voor iemand die zelfmoord had gepleegd, c) evt. voor een gevonden maar niet geïdentificeerd lijk [ongewiejde èèrd, ...buiten de heg", verloren kerk [N 96A (1989)]
III-3-3
|
20539 |
onhandig snijden |
hakkelen:
hakkele (Q032p Schinnen),
hakkələ (Q032p Schinnen)
|
Hoe noemt U: Op een onhandige manier in het vlees snijden (prossen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|