18170 |
pak, kostuum |
pak:
ei nu pak (Q032p Schinnen),
pak (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen,
Q032p Schinnen)
|
een herenkostuum [N 59 (1973)] || Je moet een nieuw pak kopen. [DC 41 (1966)] || pak [SGV (1914)] || pak [een nieuw ~] [SGV (1914)]
III-1-3
|
24293 |
paling, aal |
aal:
aijl (Q032p Schinnen),
ieel (Q032p Schinnen),
geen verschil
aijl (Q032p Schinnen)
|
aal [SGV (1914)] || aal, paling [DC 10 (1941)]
III-4-2
|
23791 |
palmbosje |
palmentakje:
paumetekske (Q032p Schinnen),
palmenwis:
paunewösj (Q032p Schinnen),
palmwis:
pallemwösj (Q032p Schinnen),
palmwösj (Q032p Schinnen)
|
Het palmbosje dat op Palmzondag gewijd wordt [palemwösj]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
22553 |
palmpaas |
palmpasen:
palmpaosje (Q032p Schinnen)
|
De versierde en van allerlei lekkerneien voorziene stok waarmee men rondloopt op Palmzondag [palmpaas]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
23790 |
palmprocessie |
palmprocessie (<lat.):
palmprosezze (Q032p Schinnen),
paumprocessie (Q032p Schinnen),
paumprosezze (Q032p Schinnen)
|
De processie die op Palmzondag gehouden wordt, palmprocessie. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23789 |
palmtakje |
palmentakje:
paumetekske (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen),
palmtakje:
paumtekske (Q032p Schinnen)
|
Het palmtakje dat men achter het wijwaterbakje steekt om bij ziekte en onweer wijwater mee te sprenkelen [palemteks-je]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23788 |
palmtakjes plaatsen |
palmen steken:
paume sjtieèke (Q032p Schinnen),
palmpje steken:
pèjmke sjtèke (Q032p Schinnen)
|
Het gebruik om palmtakjes te plaatsen a. in huis, b. in de stallen en in de schuur, c. in de moestuin, d. op de akkers, e. op het graf van een dierbare overledene [korenpalmen, pejmke sjtèke]. Geef met a, b, c, d, e aan waar. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23786 |
palmwijding |
palmen zegenen:
de paume ziègene (Q032p Schinnen),
palmenwijding:
paumewiejing (Q032p Schinnen),
palmenzegening:
palmezègening (Q032p Schinnen),
palmwijding:
paumwiejing (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen),
palmzegening:
paumzaegening (Q032p Schinnen)
|
De palmwijding op Palmzondag. [N 96C (1989)] || Het palmbosje dat op Palmzondag gewijd wordt [palemwösj]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23785 |
palmzondag |
palmzondag:
paumzondig (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen,
Q032p Schinnen)
|
De zondag vóór Pasen, Palm-/Palmenzondag. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
22526 |
pandoeren (kaartspel) |
pandoeren:
pandoere (Q032p Schinnen)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|