18961 |
rechtvaardig |
rechtvaardig:
rèchvéérdig (Q032p Schinnen)
|
handelend naar recht en billijkheid, rechtvaardig [gerecht, gerechtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24082 |
rector |
rector (lat.):
rekter (Q032p Schinnen),
rektor (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen)
|
Een rector, de geestelijk leider van een klooster of gesticht. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
25083 |
reeks, rij |
rij:
riej (Q032p Schinnen)
|
rij [SGV (1914)]
III-4-4
|
30692 |
reformladder |
reformledder:
rǝfǫrmlø̜dǝr (Q032p Schinnen)
|
Ladder uit twee delen die gebruikt kan worden als schuifladder en als dubbele ladder. [N 67, 63c]
II-9
|
18554 |
regenjas |
regenjas:
rèigejas (Q032p Schinnen)
|
een regenmantel [N 59 (1973)]
III-1-3
|
24308 |
regenworm |
piering:
perink (Q032p Schinnen),
pierink (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen)
|
pier [SGV (1914)] || pier, aardworm [SGV (1914)] || regenworm [DC 40 (1965)]
III-4-2
|
25786 |
reingist |
reincultuurgist:
ręjnkøltȳrges (Q032p Schinnen)
|
De in gistreincultuur gewonnen gist. Deze gist is door de kweek in laboratoria niet alleen vrij van schimmelsporen en bacteriën, maar ook van wilde gistcellen. [N 35, 70]
II-2
|
21195 |
reis |
op stap:
op sjtap (Q032p Schinnen),
reis:
reis (Q032p Schinnen)
|
het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21201 |
reiskoffer |
koffer:
koffer (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen),
koffər (Q032p Schinnen),
valies (<fr.):
valies (Q032p Schinnen)
|
Het voorwerp van leer, stof, riet om goederen mee op reis te nemen [koffer, valies] [N 90 (1982)] || koffer [SGV (1914)]
III-3-1
|
21196 |
reizen |
reizen:
reizen (Q032p Schinnen)
|
een reis ondernemen [reizen, pelgrimmen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|