19251 |
vergeetachtig |
vergeetachtig:
vergeitechtig (Q032p Schinnen),
vergèètechtig (Q032p Schinnen),
vərgéétèchtig (Q032p Schinnen)
|
zwak van geheugen, niet goed kunnende onthouden [vergetelijk, vergeetachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19597 |
vergiet |
zijschotel:
zieschotel (Q032p Schinnen)
|
Vergiet. Hoe noemt men de van gaten voorziene schotel (gemaakt van aardewerk, email of blik), die wordt gebruikt om b.v. gewassen groente te laten uitdruipen? [DC 14 (1946)]
III-2-1
|
18054 |
vergiftigen |
vergeven:
vergēven (Q032p Schinnen),
vergiftigen:
verguuftige (Q032p Schinnen)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21389 |
vergoeden |
vergoeden:
verguie (Q032p Schinnen)
|
vergoeden [SGV (1914)]
III-3-1
|
30740 |
vergulden |
vergulden:
vǝrgø̜ljǝ (Q032p Schinnen)
|
Het bedekken van een oppervlak met een goudlaagje uit bladgoud of goudpoeder. [N 67, 81a]
II-9
|
30742 |
vergulden achter glas |
vergulden achter glas:
vǝrgø̜ljǝ axtǝr glās (Q032p Schinnen)
|
Met behulp van een goudlaagje aan de achterzijde van een glasruit een versiering aanbrengen. Daartoe wordt eerst met behulp van pauswerk de afbeelding op de niet te vergulden buitenzijde van de ruit opgebracht. Vervolgens wordt de omtrek van het doorgestuifde aan de binnenkant met een fijn biesje zwarte verf nagetrokken. Als kleefstof voor het bladgoud wordt blanke gelatine of vislijm gebruikt. Nadat het verguldsel is bevestigd, wordt er als bescherming tegen beschadigingen een verflaag over aangebracht. [N 67, 81c]
II-9
|
30710 |
vergulden, verzilveren |
vergulden:
vǝrgøldǝ (Q032p Schinnen)
|
Schilderen met goud- of zilverbrons. [N 67, 66g; monogr.]
II-9
|
30675 |
verguldkussen |
goudkussen:
gǫwtkø̜sǝ (Q032p Schinnen)
|
Kussen dat men bij het vergulden gebruikt. Het bestaat doorgaans uit een rechthoekig plankje dat met kalfsleer is overtrokken en is opgevuld met paardehaar. Aan de achterzijde is een perkamenten kap aangebracht, die in opgevouwen toestand het kussen tegen vuilworden beschermt, en die, opgezet, verhindert, dat de blaadjes bladgoud, die op het kussen worden gesneden, wegwaaien. [N 67, 55b]
II-9
|
21412 |
verhaal |
verhaal:
gans verhaol (Q032p Schinnen)
|
een uitvoerig verhaal [teel] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
31130 |
verhalfzolen |
halflappen:
hǫwflapǝ (Q032p Schinnen)
|
De schoenen van nieuwe halfzolen voorzien. [N 60, 232a]
II-10
|