23887 |
catechismusboekje |
catechismus:
kategismes (Q032p Schinnen),
kattegiesmes (Q032p Schinnen),
christenleer:
kristelièr (Q032p Schinnen)
|
Het boekje [kategèssemes, kategèsm, katejismes]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23889 |
catechismusles |
catechismus:
kategismes (Q032p Schinnen),
catechismusles:
kattegiesmesles (Q032p Schinnen),
christenleer:
christelèèr (Q032p Schinnen),
kristelièr (Q032p Schinnen)
|
Het onderricht, katechismusles in de kerk of op school. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
28448 |
cel |
cel:
cel (Q032p Schinnen)
|
Zeshoekige opening in de raat. De cel dient voor het uitbroeden van de larven of voor het bergen van honing en stuifmeel. De wijdte tussen de evenwijdige wanden wisselt naar de bijensoort en de ouderdom der raat van 4,74 mm tot 5,50 mm. De normale diepte is 12 mm maar ze kan ook wat minder zijn. [L 1a-m; S 3; Ge 37, 56]
II-6
|
20837 |
cervelaatworst |
droogworst:
drûûgwoosj (Q032p Schinnen)
|
droogworst [N 06 (1960)]
III-2-3
|
18824 |
chagrijn |
chagrijn:
sjagrein (Q032p Schinnen),
sjagrien (Q032p Schinnen),
grijnijzer:
grîênîêzər (Q032p Schinnen)
|
chagrijn [SGV (1914)] || een knagend, afgunstig en mismoedig makend verdriet [chagrijn, chagrijnigheid] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
30645 |
chiquetteerkwast |
chiquetteerkwast:
šīkǝtērkwas (Q032p Schinnen)
|
Kwast waarvan de haarbundel zich bij vulling met verf in punten scheidt. De kwast wordt gebuikt voor het chiquetteren, een techniek bij het marmerschilderen, bestaande in het aanbrengen van kleine vlekjes. [N 67, 39a]
II-9
|
23748 |
christoffelmedaille |
heilige christoffelmedaille (<fr.):
H. Christoffelmedaalje (Q032p Schinnen),
sint-christoffel:
St. Kristoffel (Q032p Schinnen)
|
Een medaille van St. Christoffel in de auto of op de motor. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
30830 |
chroomgelooid leer |
chroomleer:
grōmlę̄r (Q032p Schinnen)
|
Met chemische middelen in het bijzonder met chroomzouten gelooid leer. [N 60, 6b; N 60, 247]
II-10
|
23439 |
ciborie |
ciborie (<lat.):
ciborie (Q032p Schinnen),
cibories (Q032p Schinnen),
siborie (Q032p Schinnen)
|
De heilige vaten, het liturgisch vaatwerk [kelken, cibories, monstrans]. [N 96A (1989)] || Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20545 |
cichorei |
cichorei:
sigerei (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen),
suikerij:
soekerei (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen),
soekerij (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen),
sŏkkerei (Q032p Schinnen)
|
cichorei [SGV (1914)] || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)]
I-7, III-2-3
|