e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hartinfarct hartverlamming: hartverlamming (Schinnen) Hartinfarct: bloeding in de hartspier met verstopping van de kransslagader (vang, kramp, infarct, hartverlamming). [N 84 (1981)] III-1-2
haten haten: hate (Schinnen, ... ), haten (Schinnen), hààtə (Schinnen, ... ), niet moeten: neet mottə (Schinnen, ... ) een bitter gevoel hebben wegens aangedaan leed of onrecht, ook tegen de veroorzaker daarvan [wrokken, wringen] [N 85 (1981)] || een sterk gevoel van afkeer tegen iemand hebben, haatgevoelens voor iemand hebben [haten, dregen] [N 85 (1981)] || haten [SGV (1914)] III-3-1
haver haver: hāvǝr (Schinnen) Avena sativa L. Men zaait ongeveer 200 kg haver per hectare. Zie afbeelding 1, b. [JG 1a, 1b; A 2, 31; L 35, 101; L lijst graangewassen, 3; Wi 50; monogr.; add. uit N 15, 1a] I-4
havermout havermout: havermaut (Schinnen) havermout [SGV (1914)] III-2-3
hazelaar hazenotenstruik: assenootestroek (Schinnen) hazelstruik [SGV (1914)] III-4-3
hazelnoot hazenoot: assenoot (Schinnen) hazelnoot [SGV (1914)] III-4-3
hazelworm hazelworm: hazelworm (Schinnen) hazelworm: Hoe noemt u de hazelworm, een pootloze hagedis die op de heide leeft en wel wat op een kleine slang lijkt? [N100 (1997)] III-4-2
hazenleger leger: leger (Schinnen) leger, ligplaats ve haas [DC 54 (1979)] III-4-2
hebzuchtig hebberig: höbberig (Schinnen) een sterke begeerte naar geld hebben [hebbig, gewarig, greeg (zijn)] [rijven] [N 89 (1982)] III-3-1
hecht van een mes steel: stjeel (Schinnen) heft [SGV (1914)] III-2-1