e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leunstoel grote stoel: grōtə štoͅu̯l (Schinnen), zorg: zøͅrx (Schinnen) leuningstoel [SGV (1914)] III-2-1
leurder kramer: kremer (Schinnen) leurder; Hoe werd de man genoemd die dat deed? [DC 48 (1973)] III-3-1
leverworst leverworst: līēverwoosj (Schinnen), lééəverwoosj (Schinnen) leverworst; Hoe noemt U: Worst met lever als hoofdbestanddeel (lol, leverworst, leverpens) [N 80 (1980)] III-2-3
libel en waterjuffer glazensnijder: glazenschniejer (Schinnen), snijder: schnieder (Schinnen) libel, grote soort, ong. 7 cm, bruinachtig [DC 27 (1955)] || libel, kleine soort, ong. 5 cm, met blauwe en zwarte banden [DC 27 (1955)] III-4-2
lichaam lijf: lief (Schinnen) lichaam [SGV (1914)] III-1-1
lichaamsvocht leewater: leiwater (Schinnen) leewater [SGV (1914)] III-1-2
licht bier lagerbier: lāgǝrbīr (Schinnen), licht bier: lix bēr (Schinnen) Bier dat gebrouwen is uit lichte mout. Volgens de invuller uit L 325 had het "lagerbier" een alcoholpercentage van 6,3 procent, terwijl de zegsman uit Q 99 opmerkt dat het "jong bier" een percentage van 5 procent bevatte. De respondent uit L 210 vermeldt dat het "lagerbier" een laag stamwortgehalte bezat. [N 35, 97; monogr.] II-2
licht vriezen get vriezen: gèt vreezə (Schinnen), rouwvrost: roevros (Schinnen) lichtjes vriezen [schorzelen] [N 81 (1980)] III-4-4
lichte overjas demi-jas (<fr.): demiejas (Schinnen) een lange dikke overjas [N 59 (1973)] III-1-3
lichtgeraakt, kregel gauw aangebrand: gaw aagebrend (Schinnen), kort van verzen: kort va vêsche (Schinnen), opvliegend: opvleegənt (Schinnen) lichtgeraakt [SGV (1914)] || spoedig boos of driftig wordend [krikkelig, nippig, kregel, kriel, oplopig] [N 85 (1981)] III-1-4