e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lied, liedje liedje: le.tjə (Schinnen), lee(ii)t(j)je (Schinnen), leidje (Schinnen) lied [SGV (1914)] || liedje [GTRP (1980-1995)], [RND] III-3-2
liederen (mv.) liedjes: leidjes (Schinnen) liederen (mv.) [SGV (1914)] III-3-2
liefde hart: hart höbbe (Schinnen), liefde: leefde (Schinnen, ... ), leefdə (Schinnen), leifde (Schinnen) liefde [SGV (1914)] || warme genegenheid of gehechtheid aan een persoon of zaak [liefde, hart] [N 85 (1981)] III-3-1
liefkozen aaien: aajə (Schinnen), keuren: keure (Schinnen), kööre (Schinnen), kø͂ͅre (Schinnen), strijken: sjtrieke (Schinnen), strîêkə (Schinnen) liefkozen [SGV (1914)] || zijn liefde of genegenheid kenbaar maken door iemand te strelen of aan te halen [koekelen, fikfakken] [N 85 (1981)] III-1-4
liegen liegen: leege (Schinnen, ... ), leegə (Schinnen, ... ), legen (Schinnen), leige (Schinnen) bewust onwaarheden vertellen [leugen, liegen, leugenen, floersen, gekken] [N 85 (1981)] || liegen [SGV (1914)] || onwaarheden vertellen [beuzelen, gekken, jokken, leugen] [N 85 (1981)] III-3-1
liegen (kaartspel) liegen: leege (Schinnen) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
lies lies: līēs (Schinnen) lies [SGV (1914)] III-1-1
lieveheersbeestje smoutwormpje: sjmautwurmke (Schinnen) lieveheersbeestje [Roukens 03 (1937)] III-4-2
liggen liggen: lègge (Schinnen) liggen [SGV (1914)] III-1-2
liguster liguster: ligustər (Schinnen), eigen spellingsysteem  liguster (Schinnen) De liguster; een struik van 1-4 m hoogte met grauwe opgerichte takken, heeft witte bloemen en zware kogelvormige erwt-grote bessen; zeer bekend als haagplant (merekenspalm, theeboom, mondhout, heggesering). [N 82 (1981)] III-4-3