e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
maansverduistering maansverduistering: moans verduustering (Schinnen) Eclips van de maan [SGV (1914)] III-4-4
maantje op de nagel maantje: maantje (Schinnen), maònke (Schinnen), meunke (Schinnen) maantje: Lichter gekleurd gedeelte onderaan de vingernagels (maantje). [N 84 (1981)] III-1-1
maanx maan: moan (Schinnen) maan [SGV (1914)] III-4-4
maat, algemeen maat: maot (Schinnen) de eenheid waarmee lengten, inhouden etc. worden gemeten, in het algemeen [maat, pegel] [N 91 (1982)] III-4-4
machinegaren machinerolletje: (mv)  mǝšinrø̜lkǝs (Schinnen) Fijner soort garen die men gebruikt bij het naaien op de naaimachine. [N 59, 6c; N 62, 57; monogr.] II-7
machinezijde stikzij(de): štikzi-j (Schinnen) Zijdegaren voor gebruik op de naaimachine. [N 59, 7d] II-7
mager schraal: sjraol (Schinnen), vazel: váázel (Schinnen), váázəl (Schinnen) mager; Hoe noemt U: Mager, niet vet, gezegd van voedsel (schraal, schrekel) [N 80 (1980)] III-2-3
mager worden afvallen: aafvalle (Schinnen), krimpen: krimpen (Schinnen) Mager worden: in omvang en gewicht afnemen (afslekkeren, krimpen, slinken). [N 84 (1981)] III-1-1
maken maken: make (Schinnen) maken [DC 02 (1932)] III-1-4
mals soepel: supǝl (Schinnen) Goedgelooid, zacht, lenig, buigzaam, gezegd van leer. [N 60, 9] II-10