e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pak, kostuum pak: ei nu pak (Schinnen), pak (Schinnen, ... ) een herenkostuum [N 59 (1973)] || Je moet een nieuw pak kopen. [DC 41 (1966)] || pak [SGV (1914)] || pak [een nieuw ~] [SGV (1914)] III-1-3
paling, aal aal: aijl (Schinnen), ieel (Schinnen), geen verschil  aijl (Schinnen) aal [SGV (1914)] || aal, paling [DC 10 (1941)] III-4-2
palmbosje palmentakje: paumetekske (Schinnen), palmenwis: paunewösj (Schinnen), palmwis: pallemwösj (Schinnen), palmwösj (Schinnen) Het palmbosje dat op Palmzondag gewijd wordt [palemwösj]. [N 96C (1989)] III-3-3
palmpaas palmpasen: palmpaosje (Schinnen) De versierde en van allerlei lekkerneien voorziene stok waarmee men rondloopt op Palmzondag [palmpaas]. [N 88 (1982)] III-3-2
palmprocessie palmprocessie (<lat.): palmprosezze (Schinnen), paumprocessie (Schinnen), paumprosezze (Schinnen) De processie die op Palmzondag gehouden wordt, palmprocessie. [N 96C (1989)] III-3-3
palmtakje palmentakje: paumetekske (Schinnen, ... ), palmtakje: paumtekske (Schinnen) Het palmtakje dat men achter het wijwaterbakje steekt om bij ziekte en onweer wijwater mee te sprenkelen [palemteks-je]. [N 96C (1989)] III-3-3
palmtakjes plaatsen palmen steken: paume sjtieèke (Schinnen), palmpje steken: pèjmke sjtèke (Schinnen) Het gebruik om palmtakjes te plaatsen a. in huis, b. in de stallen en in de schuur, c. in de moestuin, d. op de akkers, e. op het graf van een dierbare overledene [korenpalmen, pejmke sjtèke]. Geef met a, b, c, d, e aan waar. [N 96C (1989)] III-3-3
palmwijding palmen zegenen: de paume ziègene (Schinnen), palmenwijding: paumewiejing (Schinnen), palmenzegening: palmezègening (Schinnen), palmwijding: paumwiejing (Schinnen, ... ), palmzegening: paumzaegening (Schinnen) De palmwijding op Palmzondag. [N 96C (1989)] || Het palmbosje dat op Palmzondag gewijd wordt [palemwösj]. [N 96C (1989)] III-3-3
palmzondag palmzondag: paumzondig (Schinnen, ... ) De zondag vóór Pasen, Palm-/Palmenzondag. [N 96C (1989)] III-3-3
pandoeren (kaartspel) pandoeren: pandoere (Schinnen) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2