e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
plantenstek stek: sjtèk (Schinnen), eigen spellingsysteem  sjtek (Schinnen), WLD  sjtek (Schinnen), stekje: (sjtèkskə) (Schinnen) Afgesneden takje dat men in de grond zet om er een nieuwe plant uit te laten groeien (stek, poot). [N 82 (1981)] III-4-3
plat praten plat kallen: plat kalle (Schinnen) plat praten [N 102 (1998)] III-3-1
plataan plantaan: eigen spellingsysteem  plantaan (Schinnen) De plataan; van deze boom schilfert de schors in plaen af waardoor de nieuwe geelgroene bast zichtbaar wordt; de boom heeft langgesteelde vruchten (plataan, plantaan, plom, plon, plen). [N 82 (1981)] III-4-3
platstuk platstuk: platštø̜k (Schinnen) Beide schouderstukken van een kiel, hemd of colbert die achter aan elkaar genaaid zijn; een schouderpas dus, bestaande uit twee stukken. [N 59, 91; N 62, 33; N 59, 87] II-7
platte kruiwagen schurgskar met losse komp: šørxskar mɛt lǫsǝ komp (Schinnen) De platte kruiwagen is een kruiwagen waarvan de bodem uit planken bestaat, die langs de berries op scheien genageld zijn. Op de berries, schuin boven het wiel, bevindt zich het hoofdbord. De bovenrand van het hoofdbord wordt met de bodem verbonden door vier scheien, waartegen eveneens planken genageld zijn. Het hoofdbord zelf wordt door twee schuinstaande stokjes gestut. Opzij kunnen twee zijwanden op de bodem aangebracht worden, zodat de kruiwagen een bak heeft. Zie ook Theuwissen (1969), pag. 69-71. Deze kruiwagen komt vooral voor in het Maasland. In het noorden van Belgisch Limburg, waar de scheienkruiwagen in gebuik is, vindt men geen platte kruiwagens. [N 18, 97b; N 18, add; N G, 51 + 52b; JG 1b; L 1a-m; L 1u, 139; L 16, 19a-b; A 42, 13c-d; monogr.] I-13
plechtig feestelijk: fiëstelik (Schinnen), plechtig: plɛchtig (Schinnen), staats: sjtaats (Schinnen) Plechtig, feestelijk [faierlich?]. [N 96B (1989)] III-3-3
plechtige communie plechtige communie (<lat.): de plechtige kemmune (Schinnen), plechtige communie (Schinnen), plegtige kemmunie (Schinnen) De Plechtige H.Communie + hernieuwing van de doopbeloften. [N 96D (1989)] III-3-3
plechtige huwelijksmis drieherenbruidsmis: drie hière broedsmès (Schinnen), plechtige bruidshoogmis: plechtige broedshoamès (Schinnen) Een plechtige bruidsmis [hoeëchfierlieje broedsmaes]. [N 96D (1989)] III-3-3
plechtige mis plechtige mis: plechtige mès (Schinnen) De mis plechtig opdragen, celebreren. [N 96B (1989)] III-3-3
plensbui, zware bui guts: guts (Schinnen), het regent dat het gutst: ət rĭĕchənt dat ət götsjt (Schinnen) grote hoeveelheid regen ineens [guts] [N 81 (1980)] III-4-4