e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poel poel: pǫu̯l (Schinnen) Klein ondiep, stilstaand water, veelal als troebel of smerig gedacht. Een poel heeft dan ook meestal een meer ongunstige betekenis dan een vijver. [N 27, 24; S 28; A 20, 1; A 2, 48; monogr.] I-8
poel, plas poel: puil (Schinnen) poelen (mv.) [SGV (1914)] III-4-4
poesjenellenkelder poesjenellenkelder: poesjenellekelder (Schinnen), poppenkast: poepekas (Schinnen) De ruimte waar marionettenvoorstellingen gegeven worden [poesjenellekelder, poesje]. [N 90 (1982)] III-3-2
pofbroek pofbroek: poefbrook (Schinnen) een plusfour (pofbroek, drollenvanger, bugelbroek) [N 59 (1973)] III-1-3
pokdalig mottig: mottig (Schinnen) pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig). [N 84 (1981)] III-1-2
poken ragelen: rōͅxələ (Schinnen) poken [SGV (1914)] III-2-1
politieagent blauwe, een ~: blauwə (Schinnen), politie (<lat.): pliesie (Schinnen) een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)] III-3-1
pols pols: pols (Schinnen, ... ) pols [DC 01 (1931)] III-1-1
pommelee, appelschimmel appelschimmel: apǝlšømǝl (Schinnen) Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e] I-9
pompen van de meikever bidden: eigen spellingsysteem  bäe (Schinnen) Hoe noemt u het herhaalde malen de vleugels bewegen voordat hij opvliegt, gezegd van een meikever (geld tellen) [N 83 (1981)] III-4-2