e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
predikant predikant (<lat.): predikant (Schinnen) De predikant, prediker, degene die de preek houdt. [N 96B (1989)] III-3-3
preek predik: prèdiek (Schinnen), preek: praek (Schinnen) De predikatie, de preek [preek, prèèk, preëdich?]. [N 96B (1989)] III-3-3
preekstoel preekstoel: de prèiksjtool (Schinnen), prèksjtool (Schinnen), prɛ:ksjtool (Schinnen) De preekstoel [preek-, prèèk-, predichsjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
prefatie prefatie (<lat.): prefasie (Schinnen), prefatie (Schinnen) De door de priester gezongen lofprijzing ter inleiding van de Canon, de prefatie. [N 96B (1989)] III-3-3
prei look: louk (Schinnen), spoor: ook: poor, prei, look  spoor (Schinnen) [DC 13 (1945)]prei [SGV (1914)] I-7
preken preken: praeke (Schinnen), prèèke (Schinnen, ... ) Een zedenpreek, vermanende zedenles, sermoen. [N 96B (1989)] || Preken, prediken [preeke, prèèke, preëdieje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
prent(je) prent(je): prentje (Schinnen), prentjə (Schinnen), schild(je): sjildje (Schinnen) Een plaatje, prentje, afbeelding [beeldeke]. [N 90 (1982)] || prent [SGV (1914)] III-3-2
prentbriefkaart aanzicht: Van Dale: aanzicht, 5. (germ.) prentbriefkaart (Duits Ansicht).  ansicht (Schinnen), aanzichtkaart: anzichkaart (Schinnen) een briefkaart waarop aan een zijde een afbeelding is afgedrukt [prentbriefkaart, zichtkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] III-3-1
pret, schik lol: lol (Schinnen, ... ), plezier: plezeir (Schinnen), pləzeer (Schinnen), veer h. plezeir geh. (Schinnen), spa (du.): sjpas (Schinnen), veer h. sjpas geh. (Schinnen) [schik] wij hebben ~gehad [SGV (1914)] || een gevoel van vrolijkheid en blijdschap waaraan men duidelijk uiting geeft [plezier, pret, lol, schik] [N 85 (1981)] || schik [SGV (1914)] III-1-4
pretmaker ouwehoer: auw-hoor (Schinnen) de persoon die altijd zorgt voor vrolijkheid en pret [pallieter, kadul] [N 85 (1981)] III-1-4