e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stelpen van bloed stelpen: sjtelpe (Schinnen), sjtulpen (Schinnen) Stelpen van bloed (struppen, stuffen, stulpen, stelpen). [N 84 (1981)] III-1-2
stelt stelt: sjtelt (Schinnen, ... ) Elk van de beide staken met een dwarsklamp waarop men de voet zet en die gebruikt worden om daarmee grotere stappen te doen [stelt, staak, schaats]. [N 88 (1982)] III-3-2
stemmen stemmen: sjtömmen (Schinnen), sjtömmə (Schinnen) zijn stem uitbrengen bij verkiezingen [stemmen, doppen] [N 90 (1982)] III-3-1
stempelen stempelen: sjtempelen (Schinnen), sjtèmpələ (Schinnen) het laten afstempelen door een werkloze van een formulier als bewijs dat hij geen regelmatige arbeid verricht heeft [doppen, stempelen] [N 90 (1982)] III-3-1
stemvork stemvork: sjtumvork (Schinnen) Het instrument in de vorm van een U-vormig omgebogen stalen stang waarmee men een onveranderlijke toon voortbrengt die geschikt is om instrumenten te stemmen [toonijzer, stemvork]. [N 90 (1982)] III-3-2
sterven doodgaan: doead gaon (Schinnen), kapotgaan: eigen spellingsysteem  kepot goan (Schinnen), WLD  kepotgaon (Schinnen), sterven: sjterve (Schinnen, ... ) Hoe noemt u sterven, gezegd van dieren (kreperen, kapotgaan, doodgaan) [N 83 (1981)] || sterven [SGV (1914)] || sterven, doodgaan, hemelen gaan [sjterreve, hiemmelejoaë] [N 96D (1989)] III-2-2, III-4-2
stervensgebed stervensgebed: sjtervesgebed (Schinnen) Een gebed voor een stervende, "stervensgebed"[sjtervejebed]. [N 96D (1989)] III-3-3
steun streef: štrɛ̄f (Schinnen) Het houten balkje dat de grote balk steunt. [N 57A, 4.5; N 57, 9 add.] II-2
stevig, gezegd van voedsel straf: sjtraf (Schinnen) stevig, gezegd van voedsel (straf) [N 91 (1982)] III-2-3
stiefdochter stiefdochter: štif˂doͅxtər (Schinnen) stiefdochter [DC 05 (1937)] III-2-2