e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stikken stikken: sjtieke (Schinnen), sjtikke (Schinnen) Stikken, sterven door ademgebrek (stikken). [N 84 (1981)] III-1-2
stikmachine reparatiestikmachine: reparāsištīkmǝšīn (Schinnen), stikmachine: štīkmašīn (Schinnen) De machine waarmee men het stikwerk verricht. "Het stikken gebeurt tegenwoordig met uitzondering van het zware waterwerk, dat met de hand wordt gestikt, met een machine, in hoofdzaak van het zelfde model als de gewone naaimachine, alleen zwaarder gebouwd." (Directie, pag. 299). Een linkse-arm-machine duidt op het feit de de arm van de machine in dit geval links van de werkende persoon staat, hetgeen het werken zeer ten goede komt, omdat hierdoor hand noch oog gehinderd worden (zie Kn√∂fel I, pag. 258). [N 60, 63; N 60, 237] II-10
stiksteek stiksteek: štikštēk (Schinnen) Fijne, rechte steek. De stiksteek verbindt twee delen aan elkaar. Hij is een achtersteek, die van boven één steeklengte terug en van onderen steeds twee steeklengtes voorwaarts wordt gestoken. De steken volgen elkaar met onzichtbare tussenruimtes op. Zie afb. 32. [N 59, 54; N 62, 9; N 62, 16a; L 31, 46] II-7
stikzijde stikzij(de): štikzi-j (Schinnen) Zijdegaren om mee te stikken of te naaien. [N 59, 7c; N 59, 7a; N 62, 57] II-7
stille regen natte sneeuw: nate sjneeë (Schinnen) stille regen (vooral met sneeuw) [slek] [N 81 (1980)] III-4-4
stinken ruiken: ruuke (Schinnen), stinken: sjtinke (Schinnen, ... ) Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)] III-1-1
stobbe vot: vǫt (Schinnen) Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.] II-12
stoel stoel: štōl (Schinnen), štoͅu̯l (Schinnen) stoel [SGV (1914)] III-2-1
stoelen op het priesterkoor koorstoelen: koarsjteul (Schinnen), kòersjteul (Schinnen) De stoelen op het priesterkoor [koeërsjteul?]. [N 96A (1989)] III-3-3
stoep stoep: (Zie bl 33).  sjtop (Schinnen), De o van sjlok en andere dergelijke woorden wordt aldus ongeveer gevormd:  sjtop (Schinnen) stoep [SGV (1914)] III-3-1