e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tamponeerborstel tamponeerborstel: tɛmponērbø̄štǝl (Schinnen) Langwerpig rechthoekige borstel, meest van blank varkenshaar, met gebogen handvat of steel die wordt gebruikt om bij mat verfwerk de strepen van de verfkwast weg te nemen. Om dit te bereiken wordt met de borstel gelijkmatig op het vers geverfde werk gedopt. [N 67, 38; div.] II-9
tamponeren tamponeren: tɛmponērǝ (Schinnen) Bij mat verfwerk met een tamponeerborstel in de verf doppen.om de strepen van de verfkwast weg te nemen. Zie ook het lemma 'Tamponeerborstel'. [N 67, 80b] II-9
tamponneerverf tamponneerverf: tɛmpǝnēr[verf] (Schinnen) Verf die met een tamponneerkwast kloppend wordt aangebracht. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 24] II-9
tand tand: tandj (Schinnen, ... ), tànt (Schinnen) tand [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
tanden tanden (mv.): tenj (Schinnen) tanden [SGV (1914)] III-1-1
tandenstoker tandensteker: tèngsjtéékər (Schinnen), tandenstoker: tanjestöaker (Schinnen) een puntig voorwerp waarmee men voedselresten verwijdert die tussen tanden en kiezen of in kiezen zijn blijven zitten [tandestoker, kloker, koter] [N 86 (1981)] III-1-3
tandpijn tandpijn: tandjpien (Schinnen) kiespijn [DC 27 (1955)] III-1-2
tandvlees raak: raken (Schinnen) Hoe noemt men het tandvlees? [DC 30 (1958)] III-1-1
tante tant: tant (Schinnen, ... ) tante [SGV (1914)] || tante; Bestaan er verschillende woorden voor een tante van vaders- en van moederskant? [DC 05 (1937)] III-2-2
tapgat taplok: taplǭk (Schinnen) Het gat in de bodem van een biervat waar men de tapkraan in slaat. Zie ook het lemma ɛaansteekgatɛ in wld II.2, pag. 44.' [N E, 48d; A 36, 3c] II-12