e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkoudheid kou: ich höb n kaw (Schinnen, ... ), snop: ich höb de schnoep (Schinnen, ... ) Lichte verkoudheid. Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid [DC 27 (1955)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] || Zware verkoudheid. Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid [DC 27 (1955)] III-1-2
verlegen bleu: blûûe (Schinnen) verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)] III-1-4
verlegen (zijn) verlegen: verläege zin (Schinnen), verlègen zin (Schinnen) niet flink of zelfbewust zijn, zich niet goed durven uiten in het bijzijn van anderen [teutelen, verlegen zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
verliezen verlieren: verleire (Schinnen, ... ) verliezen [SGV (1914)] III-3-1, III-3-2
vermaak plezier: plezeer (Schinnen), spa (du.): sjpas (Schinnen), sjpàs (Schinnen), vermaak: vermaak (Schinnen) een handeling waardoor men plezier beleeft [vermaak, amusement] [N 85 (1981)] III-1-4
vermoeden vermoeden: vermoeden (Schinnen), vərmoedə (Schinnen), veronderstellen: verongersjtèlle (Schinnen) het menen dat iets waarschijnlijk is, het veronderstellen dat iets zo is [vermoeden, bronsel] [N 85 (1981)] III-1-4
vernielen vernielen: verneile (Schinnen) vernielen [SGV (1914)] III-4-4
vernis vernis: vǝrnes (Schinnen) Bij kamertemperatuur vloeibare massa, die in dunne lagen over voorwerpen wordt gestreken en daarop een doorschijnende, tegen de invloed van lucht en water beschermende bedekking vormt. Vernis bestaat uit een oplossing van harsen in lijn- of terpentijnolie of andere oplosmiddelen. [N 67, 21a; monogr.] II-9
vernissen verniswerk: vǝrneswɛrk (Schinnen) Met vernis bestrijken. Een dunne laag uitgestreken vernis droogt op tot een glanzende, doorschijnende laag. Vernis kan zowel gebruikt worden als bescherming voor onderliggende verflagen als ter verfraaiing. [N 67, 66b; monogr.] II-9
verpachte banken gepachte plaatsen: gepachde plaatsen (Schinnen), verpachte banken: verpachte benk (Schinnen) De kerkbanken waarvan de plaatsen aan parochianen verpacht werden. [N 96A (1989)] III-3-3