| 20217 |
erfenis |
erfenis:
erfenis (Q032p Schinnen),
èrfənis (Q032p Schinnen)
|
het geheel van wat iemand van een overledene krijgt [erfenis, erf] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 20300 |
erfgenaam |
erf:
èrf (Q032p Schinnen),
[mv., RK]
erve (Q032p Schinnen),
erfgenaam:
erfgenaam (Q032p Schinnen),
èrfgənaam (Q032p Schinnen)
|
degene die een erfenis of een gedeelte daarvan krijgt [erfgenaam, erf] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 18837 |
ernstig |
menens:
meines (Q032p Schinnen),
serieus:
serieus (Q032p Schinnen),
sərjeus (Q032p Schinnen)
|
van ernst vervuld [serieus, menens, ernstig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 24729 |
esdoorn |
es:
WLD
èsje (Q032p Schinnen),
piepneuzenboom:
eigen spellingsysteem
piepnazeboum (Q032p Schinnen)
|
De esdoorn: een grote boom met dichte kroon; de twijgen zijn donkergrijs met groene knoppen; het blad is donkergroen, aan de onderzijde grijs; de bloemen staan in hangende trosvormige pluimen, terwijl de gevleugelde zaden onderling een scherpe hoek vormen [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 21854 |
etalage |
etalage (<fr.):
eetalààsj (Q032p Schinnen),
etalage (Q032p Schinnen)
|
de grote winkelruit waarachter men zijn waren uitgestald heeft [vitrine, etalage] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 20855 |
eten (ww.) |
eten:
iejte (Q032p Schinnen),
iëten (Q032p Schinnen),
ééətə (Q032p Schinnen)
|
eten [DC 35 (1963)], [DC 37 (1964)], [RND]
III-2-3
|
| 30743 |
etsen |
etsen:
ɛtsǝ (Q032p Schinnen)
|
Met zuur letters in glas of in een asbest-cementplaat uitbijten. Bij glas worden daartoe de niet mat uit te bijten plaatsen met vuurlak, was etc. bedekt. Nadat het glas met het zuur is bewerkt, kan deze bedekking weer verwijderd worden. Soms wordt ook door middel van zandstralen geornamenteerd glas gemaakt. [N 67, 82a]
II-9
|
| 18047 |
etter |
gezweer:
gezjweir (Q032p Schinnen)
|
etter [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 23610 |
evangelie |
evangelie:
evangelie (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen)
|
De tweede lezing, het evangelie [t evangillie, evangjillióm?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 22485 |
fakkeloptocht |
fakkeloptocht:
fakkeloptoch (Q032p Schinnen)
|
Een optocht s avonds of s nachts waarbij fakkels meegedragen worden. [N 88 (1982)]
III-3-2
|