id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
33660 | beemd | band/bend: bē̜njǝ (Schinveld), bɛ.njtj (Schinveld), bɛ̄njtj (Schinveld) | Het begrip beemd is, getuige ook de bronnenopgave bij dit lemma, vaak afgevraagd. Op grond van de informatie die de informanten bij hun antwoord gaven, springen er twee betekenissen uit van beemd. De eerste is ø̄lager gelegen, vochtig weilandø̄ en de tweede is ø̄hooiweide of hooilandø̄. Een aantal informanten vermeldt erbij dat beemd weiland is aan de Maas of aan een beek. Enkele andere bijvoegingen zijn: ø̄slechte wei met veel onkruidø̄, ø̄grasland zonder omheiningø̄, ø̄weiland met enkele bomenø̄, ø̄stuk zure grondø̄. De lage ligging wordt nogal eens als een slechte eigenschap, als minderwaardig, gewaardeerd. Sommige informanten geven aan dat een beemd iets anders is dan een broek. Mede door de diverse bijvoegingen bij de antwoorden zijn de beemd-opgaven daarom niet verwerkt in lemma 1.3.2 ɛlaaggelegen weidegrondɛ, waarin de broek-opgaven domineren. Binnen de woordtypen beemd en band/bend is niet altijd met zekerheid te zeggen of ze enkel- of meervoud zijn. Waar dit met zekerheid te zeggen is, is dit aangegeven.' [N 14, 53; N 14, 52; N 14, 50a; N 14, 50b; N 6, 33b; N P, 5; JG 1a, 1b, 1c; L 19b, 2aI; L 1a-m; L 4, 40; A 10, 4; S 2, 5, 43; Wi 6; RND 20; Vld.; monogr.] I-8 |
17771 | been | been: bēē(n) (Schinveld) | been [SGV (1914)] III-1-1 |
17561 | been, beenderen | knook: knaok (Schinveld), knèùk (Schinveld) | beenderen [N 10a (1961)] || benen, been (Frans: un os) [knook, knowk, been, bot] [N 10 (1961)] III-1-1 |
20487 | beet, hap | hap: hap (Schinveld) | hap; Hoe noemt U: Zoveel als men in één keer afbijt of in de mond neemt (hap, beet, knap, kneuvel) [N 80 (1980)] III-2-3 |
18536 | bef | bef: bef (Schinveld) | bef [bavetje, sammezetje, bandje] [N 23 (1964)] III-1-3 |
18886 | begeerlijk | aantrekkelijk: aantrekkelik (Schinveld), begeerlijk: begäärlik (Schinveld) | begeerlijk [SGV (1914)] III-1-4 |
25559 | beginnen te rijzen | aan het opgaan zijn: (het deeg) es ān ǝt opgǭn (Schinveld) | De informant van Q 121 merkt op dat dit "beginnen te rijzen" gebeurt van b.v. zondagavond tot 4 uur maandagmorgen. [N 29, 25a; monogr.] II-1 |
20430 | begrafenis | begrafenis: (Boven de ä van begräfenis, hoort nog een horizontale streep te staan, deze combinatie is op de computer niet te maken). begräfenis (Schinveld) | begrafenis [SGV (1914)] III-2-2 |
20434 | begrafenismaal | koffie met vla: men noemt dit gewoon : ----- ; geen speciaal woord koffie drinken met vla en ander gebak (Schinveld), koffiedrinken: koffiedrinken (Schinveld), koffietafel: vla en koffie koffietafel (Schinveld) | Benaming voor de maaltijd/het drankje dat nà de begrafenis werd gebruikt [VC 30 (1964)] || Is in uw omgeving het begrafenismaal bekend? Zoo ja, hoe noemt men het (groevenmaal, lijkmaal, grafmaal, uitigst, enz.)? [VC 03 (1937)] III-2-2 |
18798 | begrip, besef | bezei: bezei (Schinveld) | besef (hij heeft er geen ~ van) [SGV (1914)] III-1-4 |