e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mestplakken verspreiden flatten spreiden: flatǝ špręi̯ǝ (Schinveld) De koemestplakken in de wei met een riek of schop uit elkaar slaan, om te voorkomen dat er zich op die plekken schitbossen vormen. [NM, 8b; N 11A, 40b; div.; monogr.] I-2
mestvaalt aalpoel: āpool (Schinveld), mesthof: meestef (Schinveld), mesthoop: meesthoop (Schinveld) [SGV (1914)] I-7
met afgebarsten korst, gezegd van brood afgebakken brood: āfgǝbakǝ brūǝt (Schinveld) De oorspronkelijke vraagstelling in N 29, 70 luidde: "Hoe noemt u brood dat tussen korst en kruin is afgebarsten?" Het feit dat ''kruin kruim'' had moeten zijn, heeft de beantwoording niet noemenswaardig be√Ønvloed. Het lemma valt uiteen in verschilllende grammaticale categorieën.' [N 29, 70; N 29, 69a; monogr.] II-1
met een drijftol spelen kokkerallen: koekeralle (Schinveld) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven]? [DC 24 (1953)] III-3-2
met een priktol spelen draaitollen: dreetolle (Schinveld) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [een stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid]? [DC 24 (1953)] III-3-2
met grote stappen lopen een grote greid in de boks hebben: héé héét eene grôête grêj in de boeksj (Schinveld) stappen, grote ~ maken [stuppen] [N 10 (1961)] III-1-2
met kleine hapjes eten peuzelen: pösele (Schinveld) Hoe noemt U: Druk eten met kleine hapjes (busselen) [N 80 (1980)] III-2-3
met tegenzin gaarne of node: gêr of nōa (Schinveld) tegen heug en meug [SGV (1914)] III-1-4
metalen broeibak broeibak: brø̄jbak (Schinveld) De metalen bak waarin heet water wordt gegoten. In dit water wordt het varken geheel ondergedompeld om de haren los te weken. [N 28, 21; Veldeke 37, 36] II-1
metselaar metselaar: mętsǝlē̜r (Schinveld), murer: mȳrǝr (Schinveld), muurder: mȳrdǝr (Schinveld  [(oud)]  ) Ambachtsman die metselwerk verricht. Zie ook de toelichting bij de lemmata 'metselen' en 'handlanger'. [Wi 2; S 23; L 1a-m; L 17, 30; L B1, 103; RND 46; N 30, 1a; N 95, 159; monogr.; Vld] II-9