33566 |
perzik |
pche (fr.):
pieesj (Q030p Schinveld)
|
perzik [SGV (1914)]
I-7
|
24856 |
perzikkruid |
reuts:
rø̄tš (Q030p Schinveld)
|
Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56]
I-5
|
18627 |
pet met opstaand bovenstuk |
zijden pats:
zieje patsj (Q030p Schinveld)
|
pet met opstaand cylindervormig bovenstuk in het algemeen {afb} [zeje pet] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18281 |
pet: algemeen |
pats:
patsj (Q030p Schinveld, ...
Q030p Schinveld)
|
pet [SGV (1914)] || pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
21063 |
peul |
leut:
leute (Q030p Schinveld)
|
de peulen, de doppen van erwten of bonen [N Q (1966)]
III-2-3
|
33508 |
peul, dop (znw) |
leut:
leute (Q030p Schinveld)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
33522 |
peulen, doppen (ww.) |
keveren:
kiewvere (Q030p Schinveld)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
20662 |
peulvruchten afhalen |
bonen ranken:
bōane ränge(n) (Q030p Schinveld),
ranken:
rengen (Q030p Schinveld)
|
boonen afhalen [SGV (1914)] || erwten of bonen afhalen, van draden ontdoen [N Q (1966)]
III-2-3
|
20815 |
peulvruchten doppen |
keveren:
kīēwvere (Q030p Schinveld)
|
erwten of bonen doppen, ontpeulen [N Q (1966)]
III-2-3
|
21734 |
pezerik |
pezerik:
pī.zǝrǝk (Q030p Schinveld)
|
De uitgesneden roede of zaadstreng van een mannelijk varken na het slachten. Veelal gebruikt men deze zaadstreng om er de zaag of schaaf mee in te smeren. Ook werkschoenen vet men ermee in. ''s Winters wordt hij als voer aan de vogels, vooral de mezen, gegeven, soms ook met de bedoeling om de vogels te vangen. [N 28, 71; N 28, 72; monogr.]
II-1
|