id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
19765 | schilderij | schild: ĕĕn sjōan sjiljdj (Schinveld), sjildj (Schinveld), schilderij: sjiljeriej (Schinveld), Karte 38. schilderij (Schinveld) | Gemälde. || schilderij [SGV (1914)] || schoone [een ~ schilderij] [SGV (1914)] III-3-2 |
21086 | schimmel | schimmel: šømǝl (Schinveld) | Paard met een geheel of overheersend witte of grijsachtige vacht. Naarmate de leeftijd vordert, neemt het wit toe; schimmels worden niet geboren, ze ontstaan mettertijd. De vosschimmel is wit met rode of bruinachtige vlekken. [JG 1a, 1b; N 8, 63a en 63b; S 31] I-9 |
24491 | schimmel (plantje) | schimmel: sjummel (Schinveld) | schimmel (plant) [SGV (1914)] III-4-3 |
21244 | schip | schip: sjieep (Schinveld), šiəp (Schinveld) | schip [RND], [SGV (1914)] III-3-1 |
21248 | schipper | schipper: šipər (Schinveld) | schipper [RND] III-3-1 |
18341 | schoeisel | t leer]: vootgetūūg (Schinveld) | schoeisel, het geheel van schoenen, laarzen e.d. [voetgetöch [N 24 (1964)] III-1-3 |
18272 | schoen: algemeen | schoen: sjōēn (Schinveld), oa meer gerekt uitspreken sjōan (Schinveld) | schoen [SGV (1914)] || schoen [skoewn, schoe, sjoe, schoon, sjoon] [N 24 (1964)] III-1-3 |
18369 | schoen: spotnamen | trapper: plompe brede schoenen trappers (Schinveld), tratserd: plompe brede schoenen Vgl. WNT sub trassen (II): Wellicht een assimilatievorm van *tratsen en verwant met het op nd. en hd. gebied zeer verbreide tratschen, door D.Wb. van klankschild. oorsprong genoemd... 1) Door de modder lopen 2) Heen en weer lopen 3) Bedelend rondgaan... tratsjete (Schinveld) | schoen: spotbenamingen [N 24 (1964)] III-1-3 |
18303 | schoenen (mv.) | schoenen (mv.): sjōan (Schinveld) | schoenen (mv.) [SGV (1914)] III-1-3 |
18347 | schoenlepel | aantrekker: aantrékker (Schinveld) | schoenlepel [schoontrekker] [N 24 (1964)] III-1-3 |