e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vuurvaste mortel chamottespijs: šamǫt[spijs] (Schinveld) Mortel voor vuurvast metselwerk. Vuurvaste mortel wordt volgens de invuller uit L 321 gebruikt voor stoomketels, kachels en fornuizen. Zwiers II (pag. 548) geeft als grondstoffen voor vuurvaste mortel: zeer schrale klei of één deel portlandcement en drie delen zand met zo weinig mogelijk water aangemaakt. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 38c] II-9
vuurvaste stenen chamottestenen: šamǫtštēn (Schinveld) Stenen die bestand zijn tegen vuur. Zij worden onder meer gebruikt bij de bouw van ovens. Het woorddeel chamotte- in de woordtypen chamottestenen en chamottebrikken verwijst naar het mengsel van fijngemalen scherven dat bij dit soort stenen aan de klei wordt toegevoegd. [N 30, 54b; N 98, 160 add.] II-8
vuurvaste tegels bodem van de oven: bǭm van dǝa ǭvǝ (Schinveld) De vuurvaste tegels waaruit de ovenvloer bestaat. [N 29, 4b; monogr.] II-1
waaienx winden: het winjdje (Schinveld), winje(n) (Schinveld) het waaide [SGV (1914)] || waaien [SGV (1914)] III-4-4
waarschuwen waarschuwen: waasjouwe(n) (Schinveld, ... ) waarschuwen [SGV (1914)] III-3-1
wafel wafel: waffel (Schinveld), waffele(n) (Schinveld) wafel [SGV (1914)] || wafels [SGV (1914)] III-2-3
waggelen waggelen: wakkele (Schinveld) slingerend lopen [N 38 (1971)] III-1-2
wak in het ijs blaas: bloos (Schinveld) wak (in het ijs) [SGV (1914)] III-4-4
wambuis wambuis: wammes (Schinveld) wambuis, kort tot het middel reikend overkledingstuk [wammes, buis, buist, sent] [N 23 (1964)] III-1-3
wan wan: wan (Schinveld) De platte, aan één zijde iets uitgeholde, doorgaans van stro gevlochten korf met twee oren die men gebruikte voor het wannen met natuurlijke wind. Zie afbeelding 13. [N 14, 38a; JG 1a, 1b, 2c; R 3, 64; monogr.; add. uit N 14, 37] I-4