e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinveld

Overzicht

Gevonden: 2469
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zout zout: zaut (Schinveld) zout [DC 03 (1934)] III-2-3
zuchten kuimen: kūūme (Schinveld) zuchten [snokke] [N 10 (1961)] III-1-4
zuigen lotsen: loetschə (Schinveld), opzuigen: opzoege (Schinveld), zuiken: zoeke (Schinveld) limonade door een rietje zuigen [DC 35 (1963)] || zuigen [DC 38 (1964)] || zuigen [suuke, snekke] [N 10 (1961)] III-2-3
zuinig genauw: genauw (Schinveld), nauw: neij = nèj (Schinveld), zuinig: zŭŭnig (Schinveld) zuinig [SGV (1914)] III-3-1
zure haring zure haring: zoere hiering (Schinveld) rolmops; Hoe noemt U: Een haring in het zuur (rolmops) [N 80 (1980)] III-2-3
zure oprisping zuurbranden, het -: t zôêr brènne (Schinveld), zôêrbrenne (Schinveld) oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] || oprisping, een zure oprisping [de vuilen opbot, zooj, zuur] [N 10a (1961)] III-1-2
zuster zuster: zuster (Schinveld, ... ), zøͅi̯stər (Schinveld), zøͅstər (Schinveld) zuster [haar] [SGV (1914)] || zuster; bestaat er een woord voor broers en zusters samen (Hd. Geschwister?) [DC 05 (1937)] || zuster; mijn - is achttien, mijn zuster twintig jaar; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || zuster; mijn - is achttien, mijn zuster twintig jaar; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || zuster; mijn broer is achttien, mijn zuster twintig jaar; volw. [DC 12a (1943)] III-2-2
zuurdeeg zuurdesem: zurdēzǝm (Schinveld) Door gisting verzuurd deeg, gebruikt als rijsmiddel om nieuw brood te maken. Het is overschot van het deeg dat de vorige keer is gebakken. Met zuurdeeg wordt roggebrood gebakken, terwijl voor witbrood brouwersgist wordt gebruikt. Het zuurdeeg wordt in een bepaalde vorm, meestal broodvorm, gekneed en aan de bovenkant van een gaatje voorzien waarin een handvol zout wordt gedaan. Ook maakt men met de vinger wel eens een kruisje waarop men dan zout strooit. Tot de volgende bakdag wordt het zuurdeeg in de baktrog of in een doek of pot of in de kelder bewaard. Voor het gebruik wordt de droge korst van het zuurdeeg afgesneden en de rest in warm water gebrokkeld en geweekt (Weyns blz. 45). [N 29, 23a; N 16, 75; N 29, 23b; L 1a-m; L 2, 21b; LB 2, 236; OB 2, 4; OB 2, 6; JG 1b add.; S 6; S 6 add.; monogr.] II-1
zuurdeeg maken deegsemen: dēxsǝmǝ (Schinveld), dēxsǝmǝn (Schinveld), desemen: dēsǝmǝ (Schinveld), dēsǝmǝn (Schinveld) Een restant van het deeg een poos laten "rijpen", totdat het zuurdeeg is geworden en het aldus verkregen zuurdeeg gebruiksklaar maken. [N 29, 23b; S 6; monogr.] II-1
zuurkool ingemaakt kappes: (Igemak kappes).  igemak kappes (Schinveld), zuurmoes: (Igemak kappes).  zoermoes (Schinveld) zuurkool [SGV (1914)] III-2-3