e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinveld

Overzicht

Gevonden: 2469
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hul hul: hul (Schinveld) hul (kap) [SGV (1914)] III-1-3
hurken pachten: pächte (Schinveld) hurken [SGV (1914)] III-1-2
huurhuis pachthuis: pächthoes (Schinveld) huurhuis [SGV (1914)] III-2-1
huurpenning meepenning: mĕĕjpenning (Schinveld) huurpenning [SGV (1914)] III-3-1
huwelijk trouw, de -: trouw (v) (Schinveld) huwelijk [SGV (1914)] III-2-2
iemand zijn gang laten gaan laten gewhren (du.): gewäärde loate(n) (Schinveld) betijen [SGV (1914)] III-1-4
iemands overlijden aanzeggen ter lijk bidden: vroeger door naast buren en nu door koster van RK-kerk. Geen aparte naam  tər līēk bee (Schinveld) lijkbidders; wordt het overlijden aangezegd door de naaste buren of door lijkbidders? Hoe heten deze (aanzeggers, aansprekers, groeveneugers, uitingstneugers, lijkers, enz.)? (duidelijk vermelden of deze naam op de buren of op de lijkbidders slaat) [VC 03 (1937)] III-2-2
ijs (alg.) ijs: ies (Schinveld) ijs [DC 03 (1934)] III-4-4
ijsmuts ijsmuts: iesmutsj (Schinveld) ijsmuts [N 25 (1964)] III-1-3
ijverig naarstig: nêsjstig (Schinveld), nêsjtig (Schinveld) noest [SGV (1914)] III-1-4