25607 |
inschieten |
indoen:
endūw (Q030p Schinveld)
|
Het deegbrood in de oven plaatsen. Een bij het werkwoord opgegeven object "brood", "deeg" e.d. wordt niet gedocumenteerd evenmin de bepaling "in de oven". [N 29, 45a; L 40, 13b; N 29, 30b; monogr.; OB 2, 2d]
II-1
|
34001 |
inspannen |
voorspannen:
vȳǝršpanǝ (Q030p Schinveld),
vø̄ršpanǝ (Q030p Schinveld)
|
Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74]
I-10
|
25589 |
invetten |
smeren:
šmīrǝ (Q030p Schinveld)
|
Blik, vorm of plaat invetten om aankleven van het deeg te voorkomen. [N 29, 38a; monogr.]
II-1
|
20827 |
inzouten |
zouten:
zauwte(n) (Q030p Schinveld, ...
Q030p Schinveld)
|
zouten (mv.?) [SGV (1914)]
III-2-3
|
18705 |
jacquetjak |
mantel:
manjtel (Q030p Schinveld)
|
jak in jacquetvorm [seketjek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18259 |
jak |
bolero (<fr.):
bollero (Q030p Schinveld),
jak:
jak (Q030p Schinveld, ...
Q030p Schinveld)
|
damesblouse, strak om het lichaam, hoog gesloten met boordje en met lange strakke mouwen [jak, seket] [N 25 (1964)] || jak [SGV (1914)] || vrouwenjak, kort jasvormig getailleerd bovenkledingstuk [jak, baskien, bollero, zeelewermer, kasjevek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18996 |
jaloers |
jaloers:
sjalōēs (Q030p Schinveld)
|
jaloersch [SGV (1914)]
III-1-4
|
19039 |
jammer |
jammer:
⁄t is jao‧mer (Q030p Schinveld),
zonde:
⁄t is zunj (Q030p Schinveld)
|
jammer [zund] [N 07 (1961)]
III-1-4
|
22435 |
jarig zijn |
jarig zijn:
hae is jeurig (Q030p Schinveld)
|
Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)]
III-3-2
|
18336 |
jarretelle |
jarretelle (fr.):
jarretels (Q030p Schinveld)
|
jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)]
III-1-3
|