e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
driewielige kar driewieler: dręi̯wilǝr (Sevenum) Kar die behalve twee grote wielen ook een klein wiel vooraan heeft. Deze kar komt alleen voor in Haspengouw (ten zuiden van de lijn Tongeren-St. Truiden) en heeft dezelfde functie als de stortkar. Het paard trekt deze kar door middel van een zwenghout (zie dat lemma). Er komt ook een variant voor met twee kleine wieltjes vooraan in plaats van √©√©n. Toch is ook dit een kar, aangezien het paard deze ook door middel van een zwenghout voorttrekt en niet, zoals bij een wagen, door middel van een dissel. Voor de driewielige kar worden herhaaldelijk de woordtypen clitchèt en bortelkar opgegeven. Deze opgaven worden behandeld onder het lemma stortkar. [N 17, 41a-b; N G, 51 + 66a-d + 68a; L 27, 64; A 27, 23; A 42, 9a-b; Lu 5, 23, monogr] I-13
driftig de kwint springen: de kwint springe (Sevenum, ... ), driftig: dreeftig (Sevenum) driftig [SGV (1914)] || vervuld van plotselinge woede of ongeduld [duftig, koppig, kort aangezet, haastig, krikkel] [N 85 (1981)] III-1-4
driftig lopen met een kwade kop lopen: met inne kwaoje kop (Sevenum) lopen: driftig lopen [op ne staog loope] [N 10 (1961)] III-1-2
drijfhamer zweefhamer: zwē̜fhāmǝr (Sevenum  [(hamer met halfbolvormige kop en afgeronde pen die wordt gebruikt bij het intrekken)]  ) In het algemeen een hamer die men bij metaaldrijfwerk gebruikt. Zie ook het lemma "drijven". De banen van de stalen kop van de hamer kunnen al naar gelang de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd, vlak of halfbolvormig zijn. Zie ook afb. 160. Verschillende respondenten (o.m. uit L 423, Q 117, 118) gebruikten voor het drijfwerk een bolhamer. Deze antwoorden zijn verplaatst naar het lemma "bolhamer". [N 33, 57; N 33, 66; N 64, 39g; N 64, 39c; N 66, 6g] II-11
drijftol drijftol: drīēftol (Sevenum), ijsdop: īēsdop (Sevenum) drijftol [SGV (1914)] III-3-2
drijfvolk jager: ję̄gǝr (Sevenum) Een door drijven verkregen volk. [N 63, 98b; A 9, 6; monogr.] II-6
drijfwiel spinnerad: spenǝrāt (Sevenum), spoelerad: spōlǝrāt (Sevenum) Het grote ronddraaiende deel of wiel van het spinnewiel dat wordt aangedreven door middel van de trede en koppelstang en dat door middel van snaar en trendel zorgt voor het draaien van de vleugel en de klos. [N 34, B6] II-7
drijfzand drijfzand: driĕfzàngd (Sevenum), drīēf-zank (Sevenum) drijfzand, met water verzadigd zand dat rustig ligt maar waarin alles wegzakt wat er druk op uitoefent [drijf, drift, vloei, papieren zolder] [N 81 (1980)] III-4-4
drijven intrekken: intrękǝ (Sevenum), uitslaan: ūtslǭn (Sevenum) In het algemeen een metalen plaat met behulp van drijfhamers zodanig bewerken dat er holle en bolle plaatsen in ontstaan. Zie ook het lemma "drijfhamer". Het lemma bevat verder onder B en C een aantal specifieke termen voor bewerkingen die tot het drijven gerekend worden. [N 64, 95a; N 66, 28a] II-11
drinkbak drinkbak: drink-bak (Sevenum) Hoe heet verder in Uw dialect: de drinkbak? [N 93 (1983)] III-3-2