29739 |
droogschuur |
drooghok:
drȳxhok (L266p Sevenum),
droogschop:
drȳxsxop (L266p Sevenum)
|
Overdekte ruimte waar klompen op natuurlijke manier gedroogd worden. Het drogen gebeurt bij de meeste klompenmakers voordat de klompen hun uiteindelijke afwerking krijgen. [N 97, 6]
II-12
|
34156 |
droogstaan |
droogstaan:
drȳxstǭn (L266p Sevenum)
|
Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b]
I-11
|
20554 |
drop |
hommelsom:
hommelsom (L266p Sevenum)
|
drop [Weijnen BN 01 (1938)]
III-2-3
|
20565 |
dropwater |
hommelsom:
hòmmelsòm (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
Hoe noemt U: Water waarin drop is opgelost (sepnat, kalissewater, kalissesap, poeliepek, kloters) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24768 |
druifhyacint |
klein druifje:
WLD
klein druufke (L266p Sevenum)
|
Druifhyacint (muscari). Bloempjes dicht opeen, bijna kogelvormig. De onderste knikkend, de bovenste zacht opstaand, deze laatste meestal zonder stamper of meeldraden. De bloemen zijn blauw met een witte rand of geheel wit. In bossen en weilanden (traantje [N 92 (1982)]
III-4-3
|
25126 |
druilerig en koud weer |
miezerig (weer):
miēzerig (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
nat (weer):
naat (L266p Sevenum),
nát (L266p Sevenum),
regenachtig (weer):
rāēgen èchtig (L266p Sevenum),
ruizerig:
rūūzerig (L266p Sevenum),
vlaasweer:
JK: correct overgenomen
vlāēs waer (L266p Sevenum),
vochtig (weer):
vōōgtig (L266p Sevenum),
waterkoud (weer):
waterkàwd (L266p Sevenum),
wāāterkoud (L266p Sevenum)
|
druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] || nat [DC 02 (1932)] || nat, vochtig, gezegd van het weer [wak, luimerig] [N 81 (1980)] || nattig en koud, gezegd van het weer [kil, killig, waterkoud] [N 81 (1980)] || regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
33525 |
druiventros |
druiventros:
droeventros (L266p Sevenum)
|
druiventros [SGV (1914)]
I-7
|
17941 |
druk heen en weer lopen |
ketteren:
kettere (L266p Sevenum)
|
lopen: bedrijvig heen en weer lopen [rettereere, rondriddere] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
21817 |
druk praten |
druk hebben:
druk hebbe (L266p Sevenum),
druk hèbbe (L266p Sevenum)
|
druk praten [stemmen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
17896 |
drukken |
duwen:
doewe (L266p Sevenum),
dōēwe (L266p Sevenum)
|
Drukken: iets aan een wegende of stuwende kracht onderwerpen (drukken, prangelen, priegelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|