e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
droogschuur drooghok: drȳxhok (Sevenum), droogschop: drȳxsxop (Sevenum) Overdekte ruimte waar klompen op natuurlijke manier gedroogd worden. Het drogen gebeurt bij de meeste klompenmakers voordat de klompen hun uiteindelijke afwerking krijgen. [N 97, 6] II-12
droogstaan droogstaan: drȳxstǭn (Sevenum) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
drop hommelsom: hommelsom (Sevenum) drop [Weijnen BN 01 (1938)] III-2-3
dropwater hommelsom: hòmmelsòm (Sevenum, ... ) Hoe noemt U: Water waarin drop is opgelost (sepnat, kalissewater, kalissesap, poeliepek, kloters) [N 80 (1980)] III-2-3
druifhyacint klein druifje: WLD  klein druufke (Sevenum) Druifhyacint (muscari). Bloempjes dicht opeen, bijna kogelvormig. De onderste knikkend, de bovenste zacht opstaand, deze laatste meestal zonder stamper of meeldraden. De bloemen zijn blauw met een witte rand of geheel wit. In bossen en weilanden (traantje [N 92 (1982)] III-4-3
druilerig en koud weer miezerig (weer): miēzerig (Sevenum, ... ), nat (weer): naat (Sevenum), nát (Sevenum), regenachtig (weer): rāēgen èchtig (Sevenum), ruizerig: rūūzerig (Sevenum), vlaasweer: JK: correct overgenomen  vlāēs waer (Sevenum), vochtig (weer): vōōgtig (Sevenum), waterkoud (weer): waterkàwd (Sevenum), wāāterkoud (Sevenum) druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] || nat [DC 02 (1932)] || nat, vochtig, gezegd van het weer [wak, luimerig] [N 81 (1980)] || nattig en koud, gezegd van het weer [kil, killig, waterkoud] [N 81 (1980)] || regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)] III-4-4
druiventros druiventros: droeventros (Sevenum) druiventros [SGV (1914)] I-7
druk heen en weer lopen ketteren: kettere (Sevenum) lopen: bedrijvig heen en weer lopen [rettereere, rondriddere] [N 10 (1961)] III-1-2
druk praten druk hebben: druk hebbe (Sevenum), druk hèbbe (Sevenum) druk praten [stemmen] [N 87 (1981)] III-3-1
drukken duwen: doewe (Sevenum), dōēwe (Sevenum) Drukken: iets aan een wegende of stuwende kracht onderwerpen (drukken, prangelen, priegelen). [N 84 (1981)] III-1-2