19230 |
drukte maken |
omstand maken:
umstant make (L266p Sevenum),
umstnde (du.) maken:
ùmsténde make (L266p Sevenum)
|
drukte maken, veel moeite doen meestal op luidruchtige wijze [omstand maken, spatsen maken, statie maken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19274 |
drukte, gedoe |
geweld:
gewèld (L266p Sevenum),
wat è gewèld (L266p Sevenum)
|
een overvloed van bezigheden, drukte [slemeur, trubbel, navegatie, begankenis, omstand, wiet] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25133 |
druppel |
drup:
droop (L266p Sevenum),
dráŏp (L266p Sevenum),
dròp (L266p Sevenum),
druppel:
enne dröppel (L266p Sevenum),
⁄nen dröppel (L266p Sevenum)
|
druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)] || een afgescheiden, min of meer bolvormig vochtdeeltje [drup, druppel, droppel, drop] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
32866 |
dubbel gezwad |
dubbel gezwad:
dø̜bǝl [gezwad] (L266p Sevenum)
|
De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94]
I-3
|
33446 |
dubbele toegangspoort van een gesloten erf |
opvaart:
ǫp˲vārt (L266p Sevenum)
|
De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.]
I-6
|
21608 |
dubbeltje |
dubbeltje:
döbbeltje (L266p Sevenum)
|
dubbeltje, een ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
22021 |
duif (alg.) |
duif:
doe«f (L266p Sevenum),
doëf (L266p Sevenum),
en doehf (L266p Sevenum)
|
duif [GTRP (1980-1995)] || Duif [SGV (1914)] || Wat is de gewone dialectbenaming van de duif in het algemeen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21933 |
duif bleek met allerlei kleurschakeringen |
bonte, een -:
bònkte (L266p Sevenum)
|
Hoe noemt men een duif bleek met allerlei kleurschakeringen (bont)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22171 |
duif die aan een leervlucht deelneemt |
pieper:
piëpers aafreechte (L266p Sevenum)
|
Hoe zegt men / hoe noemt men in Uw dialect: een duif die aan een dergelijke vlucht deelneemt [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22189 |
duif die bij de middelmaat geklasseerd is |
middenvlieger:
midde-vleeger (L266p Sevenum)
|
een duif die bij de middelmaat geklasseerd is? [N 93 (1983)]
III-3-2
|