20300 |
erfgenaam |
erfgenaam:
erfgenaam (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
degene die een erfenis of een gedeelte daarvan krijgt [erfgenaam, erf] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
22121 |
ergens buiten het hok blijven zitten |
blijven zitten:
zitte bliëve (L266p Sevenum)
|
Hoe zegt men: het blijven zitten ergens buiten het hok? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
18837 |
ernstig |
menens:
meinens (L266p Sevenum),
meines (L266p Sevenum)
|
van ernst vervuld [serieus, menens, ernstig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33278 |
erwt, algemeen |
erwt:
erwt (L266p Sevenum),
ɛrǝt (L266p Sevenum)
|
Hoe noemt u de volgende peulgewassen: erwt (pisum sativum - fam. papilionaceae) [N 71 (1975)] || Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24]
I-5, I-7
|
33579 |
erwten- of bonenranken |
ranken:
reng (L266p Sevenum)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
33612 |
erwtenzetter, gereedschap om erwten te zetten |
maspoter:
meispeuter (L266p Sevenum)
|
[N 18 (1962)]
I-7
|
24729 |
esdoorn |
es:
WLD
ès (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
mannetjes-es:
mannelijke es
mènkes èsse (L266p Sevenum),
wijfjes-es:
vrouwelijke es; ps. boven de ië moet nog een lengteteken staan; deze combinatieletter kan ik niet in zn geheel maken!
wiëfkes èsse (L266p Sevenum)
|
De esdoorn: een grote boom met dichte kroon; de twijgen zijn donkergrijs met groene knoppen; het blad is donkergroen, aan de onderzijde grijs; de bloemen staan in hangende trosvormige pluimen, terwijl de gevleugelde zaden onderling een scherpe hoek vormen [N 82 (1981)] || Hoe noemt U: de mannelijke es [N 50 (1972)] || Hoe noemt U: de vrouwelijke es [N 50 (1972)]
III-4-3
|
21854 |
etalage |
winkelruit:
winkel-roët (L266p Sevenum),
winkelroet (L266p Sevenum)
|
de grote winkelruit waarachter men zijn waren uitgestald heeft [vitrine, etalage] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20855 |
eten (ww.) |
eten:
éttə (L266p Sevenum),
êite (L266p Sevenum),
ête (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
eten [DC 35 (1963)], [DC 37 (1964)], [RND]
III-2-3
|
19519 |
etensketeltje |
etensmietje:
aetensmīētje (L266p Sevenum)
|
tweelingpannetje (voor soep en aardappelen) om eten naar arbeiders in het veld te brengen (hinkelman) [N 20 (zj)]
III-2-1
|