e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glijbaan roetsjbaan: roetsbaan (Sevenum, ... ) Het speeltuig (vooral in speeltuinen) waarbij men langs een gladde baan van een platform naar beneden kan glijden [glijbaan, borsie, ritsbaan, roetsjbaan]. [N 88 (1982)] III-3-2
glijden glijden: glieə (Sevenum), ps. de e staat subscript geschreven en is omgespeld in: ë.  glieë (Sevenum), slidderen: sliddere (Sevenum, ... ), Op het ijs  sliddere (Sevenum) glijden [SGV (1914)], [SGV (1914)] || Glijden: zich langs en oppervlak gemakkelijk, met zeer weinig wrijving voortbewegen (glijden, slibberen, glissen, schuiven, slifferen, slipperen, schampen). [N 84 (1981)] III-1-2, III-3-2
glimlachen gremelen: grimmele (Sevenum), grozelen: grèùzele (Sevenum) onhoorbaar lachen door de mond te vertrekken [monkelen, glimlachen] [N 85 (1981)] III-1-4
glimworm gloeiwormpje: gluiwörmke (Sevenum), lichtworm: lūchtworm (Sevenum), WLD  leechtworm (Sevenum, ... ), lichtwormpje: WLD  leecht-wörmke (Sevenum), vuurwormpje: WLD  veur-wörmke (Sevenum) glimworm [SGV (1914)], [ZND 18G (1935)] || Het wijfje is vleugelloos, 12-18mm lang, bruinachtig van kleur, het halsschild is geel omrand. Het heeft vrij sterke lichtorganen op het einde van het achterlijf (glimworm, lichtmaaike, viermaai, gloeiige worm) [N 83 (1981)] || Hoe noemt u een soort kever: het mannetje is gevleugeld. Het kan 11-16mm lang worden. Het is bruinachtig van kleur en is in staat een geelgroen licht uit te stralen met behulp van lichtorganen op het achterlijf (glimkever) [N 83 (1981)] III-4-2
gloria gloria (lat.): gloria (Sevenum) De lofzang "Gloria in excelsis..."[jloria?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gluiperd gluiper: gluper (Sevenum), gluiperd: glūūpert (Sevenum), kale hond: (hòngd = hond).  ⁄nne kale hòngd (Sevenum), schlauberger (du.): slòwberger (Sevenum), stiekemerd: ⁄nne stiekemerd (Sevenum) een gluiperig, niet eerlijk persoon [gluiperd, luiperd, kattin] [N 85 (1981)] || gluiper [SGV (1914)] || huichelachtig, op bedekte wijze, niet open, niet eerlijk [gluips, gluiperig, slinks, wenslinks] [N 85 (1981)] || niet laten blijken dat iets bekend is of plaats vindt, in het geheim dingen doend [stiekem, heimelijk, tersmuiks] [N 85 (1981)] III-1-4
gluiperig gluiperig: glūūperig (Sevenum) huichelachtig, op bedekte wijze, niet open, niet eerlijk [gluips, gluiperig, slinks, wenslinks] [N 85 (1981)] III-1-4
god de vader god de vader: god de vader (Sevenum) God de Vader. [N 96D (1989)] III-3-3
godslamp godslamp: godslamp (Sevenum, ... ) De godslamp, de altijd brandende olielamp vóór het tabernakel van het hoofdaltaar of sacramentsaltaar [gods-, gôds-, gaods-, godeslamp]. [N 96A (1989)] III-3-3
godslasteren vloeken: vloke (Sevenum) Godslasteren, blasfemeren. [N 96D (1989)] III-3-3