23441 |
ampullen |
kannetjes:
kenke (L266p Sevenum),
wijn- en waterkannetje:
wien en waterkenke (L266p Sevenum)
|
Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22030 |
andere benamingen voor de kleuren van het vederkleed |
gazelle:
Opm. v.d. invuller: iets lichter dan de grijze.
’ne gazèl (L266p Sevenum),
grijze, een ~:
’ne grieze (L266p Sevenum)
|
Kent U andere benamingen voor de kleuren van het vederkleed (+ korte beschrijving)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22107 |
andere inzetmogelijkheden |
koningspoule:
Opm. v.d. invuller: de 1ste of de 25e duif krijgt extra toelage.
de keuninfgspoel (L266p Sevenum),
wed:
Opm. v.d. invuller: dit is wat er in één keer uitgaat.
de wet (L266p Sevenum)
|
Kent U nog andere inzetmogelijkheden? Graag benaming en omschrijving. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22124 |
andere middelen om een duif binnen te lokken |
met de pot rammelen:
rammele met de pot (L266p Sevenum)
|
Kent U nog andere middelen om de duif binnen te lokken? bijv. met graan in doos schudden. Hoe heet dat? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
33260 |
andere oude klaversoorten |
kettingklee:
kęteŋ[klee] (L266p Sevenum)
|
In dit lemma staan de niet in de andere lemmaɛs met behandelde klaversoorten bijeen. Vergelijk de behandeling van het materiaal voor vraag N 14, 82, "oude grassoorten" in aflevering I.3. Enkele soorten kunnen worden geïdentificerd; hopklaver is de Medicago lupulina L.; rolklaver (en rolklee) is de Lotus corniculatus L.; bastaardklee is de Trifolium hybridum L.; honingklee is de Melilotus Miller; luzerne of luzerneklee is de Medicago sativa L. Bij ɛstoppelkleeɛ (L 330): "tegelijk met het graan gezaaide klaver die na het maaien van het graan tussen de stoppels opschiet". Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.; add. uit A 60A, 14]
I-5
|
25242 |
andere soorten sneeuw |
sneeuw:
sneeuw
sniĕ (L266p Sevenum)
|
verschillende soorten sneeuw [spuwsneeuw, watersneeuw] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20656 |
andijvie |
andijvie:
andijvie (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
Hoe noemt u: andijvie (chichorum Endivia - fam. compositae), (andievie, kruisandijvie, krolandijvie) [N 71 (1975)]
I-7, III-2-3
|
24403 |
angel van bij of wesp |
angel:
WLD
angel (L266p Sevenum),
àngel (L266p Sevenum)
|
Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
23259 |
angelusklok |
angelusklokje:
angelusklokske (L266p Sevenum),
angelusklukske (L266p Sevenum),
klein klokje:
et klein klokske (L266p Sevenum)
|
De kleine klok waarmee het angelus wordt/werd geluid. [N 96A (1989)] || Het afzonderlijk torentje waarin de angelusklok hangt [angelustorentje?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23449 |
angelustorentje |
angelustorentje:
angelusteurke (L266p Sevenum)
|
Het afzonderlijk torentje waarin de angelusklok hangt [angelustorentje?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|