e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heen en weer (bewegen) batteren: battere (Sevenum), heen en terug: (u van mug; e - hen - zie opmerking bij vraag 30).  heej lupt hen en truk (Sevenum), op en af: hae löpt op en aaf (Sevenum), op en neer: op en néér lōēpe (Sevenum), scholpen: scholpe (Sevenum), schòlpe (Sevenum) heen en weer lopen [op en aaf lope] [N 07 (1961)] || sterk heen en weer bewegen, gezegd van bijv. water in een glas [zwalpen] [N 91 (1982)] III-4-4
heen en weer draaien ronddraaien: rònk dreije (Sevenum) Heen en weer draaien (drispelen). [N 84 (1981)] III-1-2
heen en weer ploegen met omgaande voor bouwen: met˱ ømgandǝ vō ̞r bǫu̯ǝ (Sevenum) Onder heen en weer ploegen wordt verstaan de manier van ploegen waarbij men aan één kant van de akker begint en dan de ene voor naast de andere ploegt tot men tenslotte de overzijde bereikt heeft. Het volgende jaar ploegt men andersom. De akker blijft steeds vlak; er ontstaan geen verhogingen of verlagingen. Heen en weer ploegen is alleen mogelijk met een wentelploeg of met een keerploeg, een ploeg waarvan men het kouter en het riester kan verstellen. Met beide soorten ploegen kan men dus langs de laatstgeploegde voor terug ploegen. [N 11A, 117a; monogr.] I-1
heer heer: hi.ər (Sevenum) heer [RND] III-3-1
heerbaan grote weg: groete waeg (Sevenum), groëte weeg (Sevenum) een grote, brede weg (dijk, heerbaan, heerstraat) [N 90 (1982)] III-3-1
hees, schor hees: heis (Sevenum), hēīs (Sevenum) hees [SGV (1914)] || schor, schor zijn [ruigsen, hees, gees zijn] [N 10 (1961)] III-1-2
heggenmus kolenpiepje: koolepieke (?) (Sevenum), kôlepiepke (Sevenum) Hoe heet de heggemusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
hei maaien hei houwen: hē̜j hǫwǝ (Sevenum) Het heide maaien had in de vroege landbouweconomie van de zanddorpen van de Peel een belangrijke betekenis in verband met bemesting. Heizoden worden soms ook opgestookt. [I, 25] II-4
heibezem heibezem: heibessem (Sevenum) bezem gemaakt van heitakjes (heiwasser, heibezem) [N 20 (zj)] III-2-1
heidegrond of heide hei: hē̜j (Sevenum) Van de heide worden plaggen of zoden gestoken die ook als brandstof gebruikt kunnen worden. [II, 123] II-4