23514 |
jaargetijde |
jaargetijde:
jaorgetie (L266p Sevenum),
bij de jaardienst werd vroeger vermeld : met spende bij ..."en dan de naam van een plaatselijke bakker. De armen uit het dorp konden dan bij die bakker een brood gaan halen op kosten van de familie van de overledene.
jaorgetiej (L266p Sevenum)
|
Een mis op de verjaardag van iemands overlijden, jaardienst, jaargetijde, jaargedachtenis [jörgentij, joaërgedechnis?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21851 |
jaarmarkt |
jaarmarkt:
jaor-mèrt (L266p Sevenum),
jaormĕrt (L266p Sevenum)
|
de markt die elk jaar op een vaste tijd wordt gehouden [foor, jaarmarkt] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18566 |
jacquetpak |
jacquet (<fr.):
sjaket (L266p Sevenum)
|
jacquetkostuum, bestaande uit zwarte slipjas, vest en gestreepte broek [sjeket, seket] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18259 |
jak |
jak:
jak (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum,
L266p Sevenum)
|
damesblouse, strak om het lichaam, hoog gesloten met boordje en met lange strakke mouwen [jak, seket] [N 25 (1964)] || jak [SGV (1914)] || vrouwenjak, kort jasvormig getailleerd bovenkledingstuk [jak, baskien, bollero, zeelewermer, kasjevek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18996 |
jaloers |
afgunstig:
aafgunstig (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum,
L266p Sevenum)
|
een andere om iets benijdend [jaloers, afgunstig] [N 85 (1981)] || jaloersch [SGV (1914)]
III-1-4
|
20548 |
jam |
gelei:
sjlei (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
jam; Hoe noemt U: Gelei van met suiker gekookte, fijngemaakte vruchten, om op de boterham te smeren (jam, confiture) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
19039 |
jammer |
jammer:
jaomer (L266p Sevenum),
⁄t is joamer (L266p Sevenum),
zonde:
ut is zöngd (L266p Sevenum),
zunkt (L266p Sevenum),
⁄t is zungt (L266p Sevenum)
|
jammer [zund] [N 07 (1961)]
III-1-4
|
22435 |
jarig zijn |
jarig zijn:
hei is jù:rəg (L266p Sevenum),
is ... jeurig (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum,
L266p Sevenum),
jaorig zien (L266p Sevenum),
jeurig (L266p Sevenum)
|
Hij is in juli jarig, maar de datum ... ik vergeten. [DC 45 (1970)] || Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] || Zijn geboortedag herdenken [jarig zijn, bejaren, verjaren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18336 |
jarretelle |
jarretelle (fr.):
jarretels (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18193 |
jas: algemeen |
jas:
jas (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
jes (L266p Sevenum)
|
jas [SGV (1914)] || jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] || jassen (mv.) [SGV (1914)]
III-1-3
|