e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jasje van het mantelpak jasje: jeske (Sevenum) jasje van het mantelpak [N 23 (1964)] III-1-3
jasschort scholk: schólk (Sevenum, ... ) schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)] III-1-3
jenever foezel: fōēzel (Sevenum, ... ) jenever; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank bereid uit moutwijn waaraan bij de distillatie jeneverbessen zijn toegevoegd, die er het aroma aan verlenen (snevel, babbelwater, jandoedel, knevelwas, kwak, sjenevel, jenever, klare, snaps) [N 80 (1980)] III-2-3
jeneverbes brampel: -  brampels (Sevenum), doorns: -  duirz (Sevenum), wachelenkral: -  wa:chelekralle (Sevenum), wachelenstruik: -  wa:chele-(stroe:k) (Sevenum), zwarte beer: zwarte bère(n) (Sevenum) jeneverbes (Juiniperus communis L.) [Roukens 03 (1937)] || jeneverbes (Juniperus communis L.), de struik [DC 30 (1958)] || jeneverbes (Juniperus communis L.), de vrucht [DC 30 (1958)] III-4-3
jeuk jeuks: juks (Sevenum, ... ) jeuk [N 07 (1961)] || jeuk [öksel, jukt, ukt] [N 10a (1961)] III-1-2
jeuken jeuksen: jukse (Sevenum) jeuken, het begint te jeuken [öksele, euke, juike, juuke] [N 10 (1961)] III-1-2
jezuïet jezuet: zjezwiet (Sevenum) Een Jezuiet [Jozefiet, Zjezwiet]. [N 96D (1989)] III-3-3
jicht gicht: geecht (Sevenum), gīcht (Sevenum), jicht: jeeəcht (Sevenum) jicht [SGV (1914)] || Jicht: stofwisselingsziekte die berust op afzetting van urinezure zouten in de gewrichten, met veel pijn (jicht, dicht, gicht, flerecijn, reumatiek). [N 84 (1981)] III-1-2
joden joden: joede (Sevenum) joden [SGV (1914)] III-3-3
joelen kaken: kaake (Sevenum), kāke (Sevenum), kwaken: kwaake (Sevenum), kwāke (Sevenum) zich luidruchtig gedragen met veel gebaren en bewegingen; joelen [kwaken, jouwen, joelen, herriën, stachelen] [N 87 (1981)] III-3-1