18838 |
kalm, bedaard |
bezadigd:
bezêdigt (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
kalm:
kalm (L266p Sevenum),
rustig:
rùstig (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
verstandig:
verstendig (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
bezadigd [SGV (1914)] || kalm [SGV (1914)] || niet opgewonden, kwaad of zenuwachtig [bedaard, stil, kalm] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23308 |
kalot |
kalotje (<fr.):
kelotje (L266p Sevenum)
|
kalot, kruinmutsje voor priesters {afb} [plekkertje, klets, kelotje, kadots] [N 25 (1964)]
III-3-3
|
34170 |
kalven |
kalven:
kalvǝ (L266p Sevenum)
|
Een kalf ter wereld brengen, gezegd van de koe. [JG 1a, 1b; N 3A, 46; S 16; L 1a-m; monogr.]
I-11
|
33352 |
kalverhokje, kalverbak |
kalverenbak:
kalvǝrǝbak (L266p Sevenum)
|
In de koe- of de kalverstal kunnen een of meer kalveren vetgemest of alleen maar gestald worden in een speciaal daarvoor bestemde kooi, kist, bak of box, of gewoon achter een plank in een hoek van de stal. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (kalver-) het lemma "kalverstal" (2.2.3). [N 5A, 45a; monogr.]
I-6
|
34224 |
kalverjuk |
juk:
jøk (L266p Sevenum)
|
Driehoekig raam om de nek van een kalf. [N 3A, 14f]
I-11
|
18725 |
kam |
kam:
doew ik woo keime ging meine kam kepot (L266p Sevenum),
doew ik ⁄t woë keime ging miene kawm kepot (L266p Sevenum),
kam (L266p Sevenum),
kau̯m (L266p Sevenum),
ps. omgespeld volgens Frings.
kawm (L266p Sevenum)
|
kam [SGV (1914)] || Kam. Toen ik ’t wou kammen ging mijn kam stuk. [DC 39 (1965)] || Min of meer getande, rode, vlezige uitwas op de kop van kippen. [A 39, 3c; monogr.]
I-12, III-1-3
|
18564 |
kamerjas |
kamerjas:
kamerjas (L266p Sevenum)
|
kamerjas [sjamberloe] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
22487 |
kamerschieten |
schieten:
scheete (L266p Sevenum),
scheeters (L266p Sevenum)
|
Het gebruik om schoten te lossen bij een bruiloft. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24509 |
kamille (alg.) |
goudbloem:
Gele kamille (Anthemis tinctoria L.)
goudbloemen (L266p Sevenum),
hemdenknoopje:
Stinkende kamille (Anthemis cotula L.)
hemdenknoopjes (L266p Sevenum),
kamille:
-
camille (L266p Sevenum)
|
echte kamille [DC 50 (1975)] || gele kamille [DC 50 (1975)] || stinkende kamille [DC 50 (1975)]
III-4-3
|
18638 |
kamizool |
kamizooltje (<fr.):
kamezölke (L266p Sevenum)
|
kamizool, in de betekenis van soort kledingstuk; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)]
III-1-3
|