e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kapucijn kapucijn: capucien (Sevenum) Een Capucijn [Kappesijn, bedelmonnik]. [N 96D (1989)] III-3-3
kapucijner grauwe erwten: grouw erwt (Sevenum) Kent u de volgende benamingen van erwten? Hoe spreekt u deze uit? Wat betekenen ze? grauwe erwt [N 71 (1975)] I-7
kar kar: kar (Sevenum, ... ) Algemene benaming voor een voertuig met twee wielen (in Haspengouw mogelijk ook drie wielen, maar die zijn zeldzaam) met een lamoen waarin een paard gespannen wordt. Meestal wordt het gebruikt om lasten van enige omvang te vervoeren. Vroeger had de kar over het algemeen houten wielen, maar in de jaren na de tweede wereldoorlog werden die geleidelijk aan vervangen door wielen met luchtbanden. [N 17, add; A 2, 55; Wi 14; Gi, 15; S 17; L 1a-m; L 27, 28; R 12, 23; RND, 74; JG 1b; N 17, 4; monogr.] || Kar waarmee de turf naar huis vervoerd wordt. Opdat men de turf goed kan vervoeren en hem droog op kan stapelen, worden er aparte hekken geplaatst, vóór, achter en opzij. [I, 74] I-13, II-4
karakter (aard) aard: aard (Sevenum, ... ) aard (karakter) [SGV (1914)] || de kenmerkelijke innerlijke, geestelijke eigenschappen waardoor de ene persoon zich van de andere onderscheidt [aard, karakter, tuk, inboezem] [N 85 (1981)] || karakter [SGV (1914)] III-1-4
kardinaal kardinaal (<fr.): kardinaal (Sevenum) Een kardinaal. [N 96D (1989)] III-3-3
karkas karkas: karkas (Sevenum) Koper- of ijzerdraad omwonden met zijde of garen in het geplooide voorstuk van de muts. Zie afb. 83. [N 61, 20d] II-7
karnemelk botermelk: botǝrmęlk (Sevenum), botǝrmɛlǝk (Sevenum), bōtǝrmɛlk (Sevenum) De voeistof die van de room overblijft als de boter gemaakt is. Op de kaart is het woordtype botermelk niet opgenomen. [L 1u, 103; L 27, 30; JG 1a, 1b; R 3, 49 en 71; S 17; S 23 add.; A 7, 16; RND 100; Gwn 10, 3; Vld.; monogr.] I-11
karnen botter stoten: [botter] stuǝtǝ (Sevenum), karnen: kęnǝ (Sevenum) Het op en neer bewegen van de vetdeeltjes in de melk of room, zodat deze zich aan elkaar hechten en op die manier boter vormen. Boter maken. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [S 17; L 1a-m; L 1u, 114; L 6, 7; L 22, 8; L 27, 68; A 7, 23; A 28, 7; Ge 22, 8; Vld.; monogr.; add. uit N 12; A 16; S] I-11
karnmolen karnmolen: kęnmø̜̄lǝ (Sevenum) De molen waarmee men karnt. De karnmolen staat rechtop en de verticale as draait met horizontale bewegingen. Een variant hierop is een liggende ton met een horizontale as met verticale ronddraaiende bewegingen. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [N 12, 53 en 55; L 1a-m; JG 1a, 1b, 1d; monogr.] I-11
karnschijf pulf: pølǝf (Sevenum) Van gaatjes voorziene plank die aan de onderzijde van de karnstaf is bevestigd. [A 16, 8c; N 12, 52; N 12 add.] I-11