33410 |
kippenuitgang |
hennengat:
hęnǝgāt (L266p Sevenum)
|
De opening in de muur of in de deur van het kippenhok waardoor de kippen naar buiten en naar binnen kunnen gaan. In de gecombineerde woord- en klankkaart worden niet alleen de drie hoofdtermen, kot, gat en lok, in kaart gebracht, maar ook is ook aangegeven waar de klinkers van deze drie termen zich verlengen tot resp. koot, gaat en look. [N 5A, 63e; A 48, 17d]
I-6
|
18000 |
kippenvel |
hennenvel:
hennevel (L266p Sevenum),
kippenvel:
kiepevel (L266p Sevenum)
|
kippevel (kleine bultjes met rechtopstaande haartjes bijv. ten gevolge van de kou) [kiepvel, ganzevel, kiekevlees] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
22324 |
kiskassen |
tritsen:
[sic]
tritse (L266p Sevenum)
|
kiskassen (over t water) [SGV (1914)]
III-3-2
|
19254 |
klaarkomen |
klaar zijn:
klaor zièn (L266p Sevenum),
klaòr ziën (L266p Sevenum)
|
gereedkomen met wat men te verrichten heeft [geraken, klaarkomen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21802 |
klagen |
klagen:
klage (L266p Sevenum),
kuimen:
kerme (L266p Sevenum)
|
droefheid en pijn door woorden te kennen geven, zich uitlaten over iets verdrietelijks [klagen, murmereken, kuimen, parmenteren, bulken, balken] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
34158 |
klam trekken |
trekken:
trɛkǝ (L266p Sevenum)
|
Klam trekken is een teken van drachtigheid. Ongeveer vier of zes weken na de bevruchting is voor het eerst waar te nemen of een koe drachtig is. Wanneer men dan op de uier drukt, komt er een taai, kleverig vocht uit. [N 3A, 38a]
I-11
|
24989 |
klam, klef |
klam:
klam (L266p Sevenum),
klàm (L266p Sevenum),
vles:
vlĕs (L266p Sevenum)
|
vochtig aanvoelend en enigszins plakkend, gezegd van zaken die van nature droog zijn maar waartegen zich vocht heeft vastgezet [klam, klammig, nes, klef, nesk, wak, week] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
25431 |
klamp |
klamp:
klamp (L266p Sevenum)
|
Stapel turf opgebouwd op de basis van twee kopturven en één scheerturf, ongeveer 9 tot 12 turven dik hoog. [II, 82a]
II-4
|
34159 |
klamvaars |
klamtrekker:
klamtrɛkǝr (L266p Sevenum)
|
Een klamvaars is een drachtige koe. De drachtigheid blijkt uit het klam trekken. Bij deze koe komt er een kleverig, taai vocht uit de uier. [N 3A, 38b; N C, 10b]
I-11
|
23477 |
klank van een klok |
klank:
klank (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
De stem (klank, toon) van een klok. [N 96A (1989)]
III-3-3
|