e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klein wolkje wolkje: wùlkske (Sevenum, ... ) klein wolkje [oliester] [N 81 (1980)] III-4-4
kleindochter kleindochter: kleindoogter (Sevenum), zelden gebruikt  kleindochter (Sevenum) kleindochter [DC 05 (1937)] III-2-2
kleine boerderij boerderijtje: bōrdǝrii̯kǝ (Sevenum), keuterbedrijfje: kø̜i̯tǝrbǝdrifke (Sevenum) Bij keuterij, e.d. in het noorden van de Nederlandse provicie wordt uitdrukkelijk opgemerkt dat de keuterboer gewoonlijk ook in dagloondienst is en géén paard bezit; zijn grond beslaat niet meer dan drie tot vijf hectaren. Ook hier vindt men, naast specifieke terminologie met name met het element keuter, ook veel omschrijvende benamingen met klein en diminutiva. Voor de fonetische documentatie van het type boerderij, zie het lemma "Boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2c; A 30A, 3a, 3b en 3d; L 22, 1b; monogr.; add. uit L 38, 22] I-6
kleine knikker: glazen knikker glazen knikker: glaaze knikker (Sevenum) Kleine stenen of glazen knikker [mullemer, aardezoekertje, artzeiker]. [N 88 (1982)] III-3-2
kleine mand zonder onderverdelingen mandje: mängtje (Sevenum) Hoe heet verder in Uw dialect: een kleine mand zonder onderverdelingen? [N 93 (1983)] III-3-2
kleine neus klein neusje: klein neske (Sevenum) Dat kind heeft een klein neusje. [DC 37 (1964)] III-1-1
kleingeld kleingeld: kleigeld (Sevenum), kleingeld (Sevenum, ... ) Klein geld [pasgeld, snuistergeld?] [N 21 (1963)] || kleingeld [SGV (1914)] III-3-1
kleinkinderen kleinkind: kleinkiengder  kleinkiengt (Sevenum), kleinkienkder  kleinkienkd (Sevenum) kleinkind, kleinkinderen [DC 05 (1937)] III-2-2
kleinste dier van het nest krotje: WLD  krùtje (Sevenum, ... ) Hoe noemt u het kleinste, jongste, zwakste dier van een nest [N 83 (1981)] III-4-2
kleinzoon kleinzoon: kleinzoon (Sevenum), zelden gebruikt  kleinzoon (Sevenum) kleinzoon [DC 05 (1937)] III-2-2