id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
23541 | koorhemd | koorhemd: koeerhemd (Sevenum) | Het korte witte kleed dat de priester over zijn toog draagt [rochet, superplie, koorhemd?]. [N 96B (1989)] III-3-3 |
23540 | koorkap | koormantel: koermankel (Sevenum), koirmangkel (Sevenum) | De koorkap [koeërmangtel?]. [N 96B (1989)] III-3-3 |
18004 | koorts | koorts: korts (Sevenum), kursə (Sevenum) | koorts [RND], [SGV (1914)] III-1-2 |
23563 | koorzanger | koorzanger: koeerzenger (Sevenum), zanger: zenger (Sevenum) | Een koorzanger, lid van het zangkoor [zenger, koeërzenger?]. [N 96B (1989)] III-3-3 |
33806 | koot | koot: kōǝt (Sevenum) | Het korte been onmiddellijk boven de hoef, zowel van de voor- als achterpoot. 1Het is één van de belangrijkste lichaamsdelen van het trekpaard. Zie afbeelding 2.25. [JG 1a, 1b; N 8, 32.1, 32.2, 32.3, 32.7, 32.10, 32.14, 32.15 en 32.16] I-9 |
19856 | kop | kop: kǫp (Sevenum), varkenskop: vɛrkǝskǫp (Sevenum) | [N 76, 11; monogr.] I-12 |
33063 | kop van de schoof | kop: kǫp (Sevenum) | De bovenkant van de schoof, daar waar zich de aren bevinden. Zie afbeelding 7. [N 15, 21b; JG 1b] I-4 |
25305 | kop, maat van 5 liter | kop: kop (Sevenum), vloeistof + vaste stof. kòp (Sevenum) | de maat die een inhoud aangeeft van 5 lier [kop, kwartier] [N 91 (1982)] III-4-4 |
33137 | kopdorser | hekeler: hēkǝlǝr (Sevenum) | Bij deze vroege gemotoriseerde dorsmachine werden de schoven met de aren (de kop van de schoof) naar voren in de machine geschoven. Het eigenlijke dorsen gebeurde in een trommel met ijzeren pinnen of tanden die doet denken aan een hekel. Zie afbeelding 12. [N 14, 6a; JG 1a, 1b; monogr.] I-4 |
21411 | kopen | kopen: koope (Sevenum), ps. de e staat subscript geschreven en is omgespeld in: ë. koeëpe (Sevenum) | koopen [SGV (1914)] || kopen (geen context) [DC 37 (1964)] III-3-1 |