20699 |
pannenkoekenbeslag |
deeg:
Syst. WBD
deig (L266p Sevenum)
|
Beslag voor het bakken van pannekoeken (timper?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
19443 |
pannenlap |
pannenlap:
pannelap (L266p Sevenum)
|
lap waarmee men hete voorwerpen van het vuur neemt (kwezel) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
18295 |
pantoffel |
pantoffel:
pantoeffels (L266p Sevenum),
puntoeffels (L266p Sevenum),
pètoeffels (L266p Sevenum),
slof:
sloffen (L266p Sevenum),
sloofven (L266p Sevenum),
slòffe (L266p Sevenum)
|
Hoe noemt men de pantoffels? [DC 09 (1940)] || Pantoffel. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men in uw dialect die met een opstaande achterkant? [DC 44 (1969)] || Schoeisel met laag bovenwerk (meestal zonder of met weinig hak) dat men gemakkelijk aan- en uitschiet, om in huis te dragen (pantoffel?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
20558 |
pap |
pap:
pab (L266p Sevenum),
pap (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
Syst. WBD
pap (L266p Sevenum)
|
brij [SGV (1914)] || pap [DC 35 (1963)] || Pap, heel in het algemeen [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21954 |
pap (kropmelk) |
pap:
pap (L266p Sevenum)
|
Hoe heet verder: de pap of kropmelk waarmee de jongen eerst gevoed worden? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
23900 |
paradijs |
paradijs:
paredies (L266p Sevenum)
|
Het Paradijs [et paredies]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18194 |
paraplu |
paraplu:
parplūūj (L266p Sevenum)
|
paraplu [N 23 (1964)]
III-1-3
|
22055 |
parasieten (alg.) |
luizen:
luus (L266p Sevenum)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: uitwendige parasieten in het algemeen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20560 |
parelen |
bruisen:
brōēze (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21950 |
paren van de duiven |
paren:
paare (L266p Sevenum)
|
Hoe heet verder: paren? [N 93 (1983)]
III-3-2
|