e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
persoon die zorgt voor verdwaalde duiven centrale hokhouder: centraal hok-houder (Sevenum) Hoe heet de persoon die zorgt voor verdwaalde duiven? [N 93 (1983)] III-3-2
persoon met een lastig karakter kommerlijke, een -: Vraag 383 is dubbel (dus 2 x 97 moet nog worden opgesplitst in twee lemmata: "persoon met een lastig karakter"; "een niet gemakkelijk, lastig karakter hebbend  kummellikke (Sevenum), ⁄nne kummelike (Sevenum) een lastig moeilijk karakter hebbend [niepoter, nietprut, kummelij] [N 85 (1981)] III-1-4
persturf persturf: pɛrstø̜rǝf (Sevenum) Turf uit verschillende soorten veen of alleen uit zwartveen samengeperst. [II, 113] II-4
perzik peers: pirs (Sevenum) perzik [SGV (1914)] I-7
perzikkruid reuts: WBD  rits (Sevenum), WLD  rits (Sevenum) Perzikkruid (polygonum persicaria 20 tot 90 cm hoog. De stengels hebben een vliezig kokertje (tuitje) boven de knopen, de stengels zijn behaard en vaak roodachtig; de bladeren zijn lancetvormig en meestal met een zwarte vlek; de bloemen groeien in dicht [N 92 (1982)] III-4-3
pesterij temptatie: temptatie (Sevenum), temtasie (Sevenum) het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)] III-1-4
pet met brede klep kips: WNT: kips (I), vrouwenhoed of mans- of jongenspet.  kieps (Sevenum) pet met brede klep [loerklak] [N 25 (1964)] III-1-3
pet met opstaand bovenstuk zijden kips: WNT: kips (I), vrouwenhoed of mans- of jongenspet.  zieje kieps (Sevenum) pet met opstaand cylindervormig bovenstuk in het algemeen {afb} [zeje pet] [N 25 (1964)] III-1-3
pet: algemeen kips: WNT: kips (I), (vrouwen)hoed of (mans- of jongens)pet.  kieps (Sevenum), WNT: kips (I), (vrouwen)hoed, of (mans- of jongens)pet.  kieps (Sevenum, ... ) Hoe noemt men de pet, die bij het werk gedragen wordt? Welken vorm heeft deze? Indien geen pet, maar een muts door de mannen wordt gedragen, hoe noemt men deze dan? Welken vorm heeft ze? [DC 09 (1940)] || pet [SGV (1914)] || pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)] III-1-3
petekind petekind: paetekiengt (Sevenum) een petekind [patekink] [N 96D (1989)] III-2-2