e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
putemmer putemmer: pøtimər (Sevenum) [N 12 (1961)] I-7
putgalg gaffel: gavel (Sevenum) [N 12 (1961)] I-7
putgeld potgeld: pøtgɛlt (Sevenum) Een soort spaarregeling. Op het einde van het stookseizoen krijgt de arbeider putgeld. Dit is met St. Petrus en Paulus op 29 juni. Als men door het seizoen heen bijvoorbeeld honderd stok per week steekt, betaalt men slechts tachtig uit. Het restant wordt opgespaard tot het einde van het seizoen. Van eventueel stukgemaakt gereedschap worden de kosten van reparatie of vervanging van het gespaarde geld afgetrokken. [II, 12] II-4
puthaak putgard: pøtgērt (Sevenum) [N 12 (1961)] I-7
putturf putturf: pøttø̜rǝf (Sevenum) Grauwe turf speciaal gebruikt voor het opzetten van de wanden van een put. [II, 45] II-4
putzwengel putwip: pøtwep (Sevenum), wip: wep (Sevenum) [N 12 (1961)] [SGV (1914)] I-7
pyjama pyjama {pijama}: pyama (Sevenum) pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)] III-1-3
quatertemperdag quatertemperdag: quatertemperdag (Sevenum) De R.K. vastendag op de eerste woensdag, vrijdag en zaterdag van elk jaargetijde, quatertemperdag. [N 96C (1989)] III-3-3
raad raad: road (Sevenum) raad [SGV (1914)] III-1-4
raadsel(tje) raadsel(tje): raotsel (Sevenum), rèùtselke (Sevenum), rôdsel (Sevenum), rödselke (Sevenum), rûdselke (Sevenum), ⁄n raodsel (Sevenum) raadsel [N 07 (1961)] || raadseltje [N 07 (1961)] III-3-2