| 24975 |
rechtop |
kaarsrecht:
kers recht (L266p Sevenum),
kèrs-rāēcht (L266p Sevenum)
|
rechtopstaand, recht omhoog staand [fiks] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 21720 |
rechtspreken |
berechten:
bereechte (L266p Sevenum),
bereegte (L266p Sevenum)
|
rechtspreken [rechten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 17616 |
rechtstaande oren |
laporen:
laboere (L266p Sevenum)
|
oor: rechtstaande oren [fikoorkes] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
| 18961 |
rechtvaardig |
rechtvort:
recht vòrt (L266p Sevenum),
rechtvort (L266p Sevenum)
|
handelend naar recht en billijkheid, rechtvaardig [gerecht, gerechtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 24082 |
rector |
rector (lat.):
rector (L266p Sevenum)
|
Een rector, de geestelijk leider van een klooster of gesticht. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 25083 |
reeks, rij |
rij:
rei (L266p Sevenum),
⁄n rij (L266p Sevenum)
|
een rij van geregeld naast elkaar geplaatste dingen [resem, reeks] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 31729 |
regel |
regel:
rēgǝl (L266p Sevenum)
|
Lat met een formaat van 3,5 bij 6 cm -1,5 bij 2,5 duim-. [N 50, 73d; monogr.]
II-12
|
| 30179 |
regels |
richels:
rexǝls (L266p Sevenum)
|
De horizontale balkjes die tussen de stijlen bevestigd worden. Zie ook afb. 47. De horizontale balk die de hele muurbreedte overspande, werd in Q 97 de 'kettingbalk' ('kęteŋbalǝk') genoemd. De balken werden met behulp van een pen/gat-verbinding aan elkaar bevestigd. De pen noemde men 'kijl' ('kīl'), het aan elkaar bevestigen van de balken 'angen' ('aŋǝ'). Bij de bovengenoemde houtverbinding bedroeg de doorsnede van het gat altijd het derde deel van de totale breedte van de balk. [N 4A, 52b; N 31, 45 add.; monogr.; div.; Vld]
II-9
|
| 25171 |
regen (alg.) |
regen:
Aanvullingen op laatste pagina, na vraag 54: Als het met St. Margreet regent, dan regent het 40 dagen: zijkheks. Met driekoningen heeft de dorser het wannen gewonnen: dagen lengen. Haver binnen voor de 15e aug.: die is binnen.
raegen (L266p Sevenum)
|
regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
| 25181 |
regenboog |
regenboog:
raegenbaog (L266p Sevenum)
|
regenboog [weerteken] [N 22 (1963)]
III-4-4
|